Democratische samenlevingen als voorbijgaande verschijnselen – of toch niet?
Aanleiding: de column van Garrie van Pinxteren in De Groene van 24 juli 2025. Ze bespreekt dat er momenteel veel autocratische samenlevingen zijn, met China als meest bedreigende en stabiele voorbeeld. Telkens wat in macht toenemend, traag maar onmiskenbaar, dus angstwekkend. Ik borduur hier wat op voort. Het zou kunnen dat de vrije westerse samenlevingen met hun betrekkelijk democratische politieke cultuur een voorbijgaand historisch verschijnsel blijken te zijn. We zouden daar nu wel eens de nadagen van kunnen beleven. Ik schrok daar behoorlijk van.
Zou het dan allemaal voor niks zijn geweest, al die emancipatiebewegingen, al die hele en halve revoluties van de afgelopen twee eeuwen? Wat betekent dat voor progressieve democraten, voor links gezinden, voor sociaaldemocraten? Wat kunnen we doen? Welke mogelijkheden hebben we?
Dan een artikel in NRC van 1 augustus 2025. De Duitse politicoloog Kurt Weyland geeft in een behoorlijk onderbouwd interview aan dat de democratieën van ons toch meestal sterker blijken dan het zich vaak laat aanzien. Van veertig landen waar zich min of meer verregaande autocratische processen hebben afgespeeld, blijkt in pakweg 80% van de gevallen de democratie zich te handhaven. Rode draad bij hem is dat de mensen van allerlei instituties zich gaan verweren, om wat voor reden dan ook. Maar ze hebben in elk geval geen zin om zich de kaas van het brood te laten pikken door de autoritair drukkende potentaat. Dus gaan de hakken in het zand en als dat maar lang genoeg duurt loopt de aankomende autocraat uiteindelijk vast. De democratie houdt stand, ook al verschilt de manier waarop van land tot land en verdient het hele proces zelden de schoonheidsprijs.
Er valt best een zekere geruststelling uit te proeven. Maar is dat dan ook genoeg? Moeten we zomaar vertrouwen op de stroperigheid van instituties en koppigheid van hun mensen? Mij bevredigt dit niet. Nog steeds kan er dan van alles mis gaan. Verder komen die samenlevingen er hoe dan ook gebutst en gehavend uit. Wat biedt dat voor vertrouwen voor de toekomst? Mij lijkt er meer nodig om te mogen rekenen op de weerbaarheid van een democratische samenleving. Die heeft toch echt een opkontje nodig. Hoe krijgen we daar een goed beeld van, zelfs als we ons beperken tot het progressieve deel daarvan?
Het brengt een duidelijke verantwoordelijkheid met zich mee voor iedereen die hier wat over beweert. Aan welke kant sta je en wat doe je vanuit jouw positie? Wat heb je te melden? En vooral: Snijdt dat dan hout of niet? Waar moet je vooral oog voor hebben? Wat kun je terzijde schuiven als niet ter zake doend of in het uiterste geval kwalijke nonsens?
Verzet vanuit elites?
De echte tegenstand tegen de huidige autocratische trend, en de echte opbouw van een democratische tegenbeweging: allebei zullen ze van onderaf moeten komen. Denk dus niet dat er ergens een speciale taak voor elites is, een verheven missie of zo. Daar zijn wel eens speculaties over, en in 2017 had De Groene Amsterdammer er zelfs een heel themanummer aan gewijd. Voor zover er zo’n maatschappelijke taak is, geldt die, denk ik, niet wezenlijk meer dan voor andere sociale groepen.
Hooguit zou je kunnen zeggen dat het surplus aan welvaart en kennis bij elites een zekere verplichting met zich mee brengt. Maar het vuile werk, daar waar de klappen vielen, dat is voor de gewone mensen. Dat was het door de eeuwen heen. Dat ging van sneuvelvoer op de slagvelden tot slavenarbeid en onderbetaald werk van nu. En alles wat daar historisch gezien nog tussenin te onderscheiden valt, zoals de klappen opvangen op barricades. Dus onze hedendaagse elites? Die zijn wankelmoedig en niet standvastig als het niet direct om de eigen voorrechten gaat. Onbetrouwbaar. Toen, en nu.
Stel dat ze nou echt zo bij de pinken zijn en progressief op politiek en sociaal vlak, dan zou er toch eigenlijk geen vuiltje meer aan de lucht moeten zijn? Met alle verheven ideeën over vrijheid en zo? De werkelijkheid is anders. Kijk naar de VS. Elites verkopen zich daar schaamteloos aan Trump. Topbedrijven kruipen en elite-universiteiten (!!!) gaan op de knieën. In weerwil van alle druk van onderaf onderneemt de Democratische partij vanuit haar hogere geledingen tot nog toe vrijwel niets. Elites verkopen zich aan Poetin, aan Orban, Netanyahu, Milei, Modi, aan sheiks, aan generaals en allerhande aanverwant tuig. Voor zover het dan om facties uit elites gaat, wacht de ene de andere gewoon af totdat die zelf aan de beurt is voor een eigen rondje graaien.
En onze eigen elites dan, hier in Europa en de verdere ‘liberale democratieën’? Die hebben volop meegedaan aan de vrolijke dans der consumptiesamenlevingen met hun verzorgingsstaten. Ze gingen erna echter net zo gemakkelijk mee met het neoliberale getij, met alle sociale achteruitgang van dien. Daarin is sindsdien niet echt iets verbeterd. Erger nog: ze draaien nu weer volop mee in de waangestuurde migratie- en asielkermis en alle nepnieuws daaromheen, terwijl de serieuze problemen niet aan bod komen. Voor zover er toch ook kritiek op de rechtse trend is, blijft die beschrijvend en gematigd. Hooguit wordt de toon belerend en verontwaardigd. Het blijft allemaal erg passief. Beschouwend en zelden agerend. Zo te zien klaar om het schijnbaar onvermijdelijke te ondergaan. Dit speelt bijna wereldbreed en de verschillen zijn van land tot land eigenlijk slechts marginaal.
Links?
De linkse elite? Die klinkt gelukkig weer goed links, na het fiasco van de neoliberale periode. Maar om de verloren kiezers terug te winnen bedienen de partijen zich nog altijd van de strategieën en tactieken van vooral vórige campagnes. Die zijn inmiddels in toenemende mate achterhaald. Linkse partijen zijn niet opgewassen tegen het publicitaire geweld van de massa- en de sociale media van nu. Het ziet er niet naar uit dat dit bij de komende verkiezingen beter gaat worden.
De propaganda en de werving van de linkse partijen zijn korte mobiliserende campagnes waarbij de pas geworven aanhang weer snel vervliegt als verkiezingen voorbij zijn. Zo gewonnen, zo geronnen. In de VS heet dat ‘junk politics’, en hier heb ik het al eens geduid als plofpolitiek. Daar moeten we van af zien te komen. Of in elk geval: daar moeten we voorbíj zien te komen.
De structurele activiteit van onderaf beschouw ik als doorslaggevend. De actieve en blijvende steun van mensen uit de wijken, op de werkvloeren, in de kantoren, op de straathoeken, op de akkers en in de kassen, distributiecentra, zorg en onderwijs – dààr gaat het om. Iedere politieke en maatschappelijke beweging met progressieve bedoelingen dient zich dit terdege te realiseren.
Uiteraard moeten meer gevestigde linkse organisaties blijven doen waar ze toch al goed in zijn. Dus hun rol opeisen in de traditionele vertegenwoordigende democratie zoals die van gemeenteraden, provinciaal bestuur en parlement. Dat geldt evenzeer voor de cultuur daaromheen. Het is alleen niet genoeg. Daarnaast moeten ze meer dan ooit de verbinding zoeken naar al die activiteit van onderaf en van buitenaf. Het gaat dan om maatschappelijke organisaties als het actiewezen en vakbonden. Dat zou wederzijds moeten gebeuren, over en weer. Het voordeel van deze bewegingen is dat ze een belangrijk bijsturend, desnoods corrigerend effect kunnen hebben op de meer gevestigde progressieve politieke partijen. Het gaat hierbij vooral om de wisselwerking tussen gevestigde partijen en de organisaties daarbuiten. Dan zien we na verloop van tijd vanzelf wel of dit allemaal gaat groeien of niet. Als dat gebeurt, dan is er veel, heel veel mogelijk. Waarom ook niet?
Tegen de achtergrond hiervan verdient de podcast De Linkse Revolte een eervolle vermelding. Het is een initiatief vanuit de wetenschappelijke bureaus van Groen Links en PvdA. Bijna wekelijks laten ze mensen aan het woord die vanuit allerlei invalshoeken problemen bespreken en wat eraan te doen is, en vaak ook hoe. Het kan dus en het verdient navolging.
Grass roots
Van onderaf dus. Dat kàn goed werken. Zohran Mamdani in New York won onlangs de voorverkiezingen voor het burgemeesterschap tegen de massale inzet van de Democratische partijtop in. Doorslaggevend was de coalitie die hij smeedde tussen allerlei grassroots bewegingen en de steun die hij daarbij kreeg van de Democratic Socialists of America, die ruim 40.000 vrijwilligers op de been hadden. Hamvraag: blijft de organisatie lang genoeg op de been om ook voor de winst te kunnen zorgen bij de echte verkiezing komend najaar? Het zou best kunnen, want hij is geen eendagsvlieg. Met zijn politieke project is hij al van voor 2020 bezig. Maar spannend blijft het. Er zijn Democratische kopstukken die het op een akkoordje willen gooien met mensen rondom Trump.
De grassroots ondersteuning voor 2 campagnes van Obama in 2008 en 2012 is ook een leerzaam voorbeeld. Hij kreeg meer dan 2 miljoen vrijwilligers op de been die soms meer dan een jaar in de weer waren met stemmen te werven voor de verkiezingen. Ze gelden als legendarisch. Het jammere is alleen dat hier de opgewekte energie weer weglekte en de organisatie niet in stand bleef. De Democratische partij koos vervolgens de verkeerde koers koos terwijl het electoraat voor het oprapen lag. Trump kon er mooi van profiteren. De hele wereld zit nu met de gebakken peren.
In tal van landen vindt democratisch verzet van onderaf plaats. Denk aan Podemos in Spanje, het nieuwe volksfront in Frankrijk dat Le Pen ineens de voet dwars zette en het toenemende verzet tegen Trump in de VS. Denk aan het verzet tegen Vucic in Servië, Erdogan in Turkije, Me Too, het internationale Gazaprotest en de verrassende Rode Lijn demonstraties in Nederland.
In ons land is de actie van Kick out Zwarte Piet ook zo’n voorbeeld. Eerst genegeerd, daarna belachelijk gemaakt, vervolgens afgeserveerd als geradicaliseerd, maar uiteindelijk is hij er toch: de roetveegpiet, in kleuren naar keuze. Volgens het klassieke patroon, kun je bijna zeggen, maar uiteindelijk, gelukkig, onafwendbaar.
Voor alle duidelijkheid: dit zijn niet meer dan incidentele gevallen. Je kunt er hooguit nuttige aanknopingspunten aan ontlenen. Ik wil ook vooral niet suggereren dat er een brede internationale trend zou zijn van politiek van onderaf die orde op zaken aan het stellen is. Verre van dat. Ik denk dat er eerder sprake is van een aanhoudend rechts autoritair gericht getij. De echt hoopgevende ontwikkelingen zijn nog niet meer dan speldenprikken en druppels op de gloeiende plaat.
Marginaal
Je kunt dit proberen af te doen als incidenteel, marginaal en eenzijdige ‘single issue’ bewegingen. In een aantal gevallen heb je dan wellicht nog gelijk ook. Maar zo zijn alle inspirerende protesten ooit begonnen. En het is er allemaal, het komt van onderaf en het is neemt toe. Dat is wat je moet willen zien en waar je je mee bezig zou moeten houden.
Van elk ervan blijft het de vraag of het zich zal bestendigen. Dat betreft dan zowel de politieke richting als de blijvende groei van het aantal mensen dat ze op de been brengen. Het is dus bepaald niet zo dat uitsluitend ‘van onderaf’ het goede kan komen. Ook ‘grassroots’ bewegingen kunnen op een dwaalspoor geraken. Maar dat straft zich dan vanzelf af door afzakken naar de marge. En dan ben je ook niet ‘grassroots’ meer, maar gewoon sektarisch. De geschiedenis weet dan wel raad met je: het vergeetboek.
Zijn we dus willoos overgeleverd aan het tij der autocraten, hun meelopers en nuttige idioten? Nee. We zij er alleen wel met ons allen zelf bij, met onze hele sociale, politieke en intellectuele cultuur. Niemand van ons kan, met de vrije samenleving die wij hier nu nog hebben, zeggen dat het ons allemaal maar overkomen is. We kunnen ons te weer stellen, en dat is hard nodig. Ik hoop daarbij vooral op vernieuwende invloed van onderaf en van buitenaf en dat die wisselwerking met de gevestigde politiek eindelijk eens meer uit de verf gaat komen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.