AOW-leeftijd sneller omhoog
17-11-2014
• leestijd 2 minuten
De AOW-leeftijd gaat vanaf 2016 versneld omhoog, naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. In het huidige tempo zou de AOW-leeftijd pas in 2023 op 67 haar uitkomen. Vanaf 2022 wordt jaarlijks bekeken of de AOW-leeftijd verder omhoog moet. Daarbij wordt gekeken naar de gemiddelde levensverwachting.
Mensen worden steeds ouder
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken heeft het wetsvoorstel hiervoor maandag naar de Tweede Kamer gestuurd. Het plan was al aangekondigd in het regeerakkoord. Het kabinet vindt een snellere verhoging van de AOW-leeftijd nodig omdat mensen steeds ouder worden en dus ook langer een AOW-uitkering nodig hebben. Door de economisch crisis zijn de overheidsvoorzieningen bovendien moeilijker te betalen.
D66 drong aan op snelle duidelijkheid
D66 drong eerdere deze maand nog aan op snelle duidelijkheid over de AOW-plannen van het kabinet. Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg zei tijdens een debat met Klijnsma dat het wel erg lang duurde voor het wetsvoorstel af was en maande haar tot haast. Van Weyenberg reageerde maandag verheugd dat het wetsontwerp nu is ingediend. Hij is blij dat mensen hierdoor ruim de tijd krijgen zich op de nieuwe situatie voor te bereiden.
Overbruggingsuitkering
Voor mensen met lage inkomens die door de snelle verhoging van de AOW-leeftijd in financiële problemen komen, is er een tijdelijke overbruggingsuitkering. Die is nog wat verruimd, zoals het kabinet eerder heeft afgesproken met vakbonden en werkgevers in het sociaal akkoord.
Prepensioen
De overbruggingsregeling staat open voor mensen die voor 2013 al VUT of prepensioen hadden. Zij komen van hun 65e tot het ingaan van hun AOW-leeftijd in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau. Voorwaarde is dat hun inkomen niet hoger is dan twee maal het minimumloon (alleenstaanden) of drie maal het minimumloon (samenwonenden). ANP