Waar moet je op letten als je groente en fruit koopt?

De beste groente en fruit komt direct van het land. Ze kunnen echter prima tegen een reisje naar de (super)markt. Tóch wil je natuurlijk altijd de beste kwaliteit. Bij een boer in de buurt krijg je de producten vaak het verst. Ook op de markt of bij een groentezaak heb je vaak erg verse producten. 

Je ontkomt er niet aan om regelmatig je groente en fruit gewoon in de supermarkt aan te schaffen. Hier is ook helemaal niets mis mee. Uit een steekproef van de Consumentenbond blijkt dat als je van alles het beste wil, je naar verschillende winkels moet. Een groenteboer met de beste sperziebonen kan namelijk de slechtste courgette hebben. 

Producten die je buiten het seizoen eet waaruit ze afkomstig zijn, zijn vaak minder goed van smaak. Eet dus vooral groente en fruit die bij het juiste seizoen horen. Dan heb je niet alleen betere kwaliteit, het is ook beter voor het milieu omdat de groente en fruit een minder lange reis hoeven te maken voor het in de supermarkt ligt. Dan heb je minder CO2 uitstoot. Vaak zijn producten uit het seizoen ook goedkoper.  

Het is uiteraard handig een stuk groente of fruit goed te bekijken voor je het in je winkelmandje stopt. Kijk bijvoorbeeld of je bruine of beurse plekken ziet. Dit kan erop wijzen dat het rotten al begint. Als een schil beschadigd is wordt het product vatbaar voor micro-organismen. Dit veroorzaakt bederf.

De kwaliteit gaat vaak achteruit als een product zacht is. Zware producten bevatten juist vaak meer sap, dit kan voordelig zijn voor bijvoorbeeld sinaasappels. Ook als je product sterker ruikt, bevat deze vaak meer smaak.

Het verschilt per product waar je op moet letten om het stuk groente of fruit met de beste kwaliteit te pakken. Wij zetten een aantal populaire producten op een rijtje, zodat jij weet hoe je de beste krijgt!

Avocado:  Avocado’s liggen vaak onrijp in de winkel (ook al staat er soms ‘ready-to-eat’). Vaak is de avocado te hard. Je kunt de kwaliteit testen door er zachtjes in te knijpen. Als de schil iets meegeeft is de avocado goed voor op brood of salades. Is hij nog iets zachter, dan kan je het beter gebruiken voor mousse of guacemole.  

Sperziebonen:  Als je een sperzieboon probeert te buigen en hij gaat ‘knakken’, dan is het goede kwaliteit. Als de boon meebuigt is het product waarschijnlijk ouder. 

Sla/spinazie:  Bij producten met bladeren moet je altijd goed kijken of ze nog helder en stevig ogen. Laat ze ook niet te lang in de koelkast liggen, 1 à 2 dagen maximaal. 

Aardappels:  Bij aardappels is het ook belangrijk dat je ze op het juiste moment eet. Koop ze niet als je bruine, beurse of groene plekjes ziet. Je kunt die plekjes als je te laat bent eventueel nog wegsnijden.

Courgette:  Veel mensen pakken vaak de grootste die er ligt, doe dit niet! Grote courgettes kunnen waterig en/of bitter zijn. Kleine courgettes hebben vaak meer en een lekkerdere smaak. Ook moet een courgette goed stevig zijn. 

Komkommer:  Voor komkommers geldt grotendeels hetzelfde als de courgette; kleiner is fijner. De komkommer moet ook stevig zijn en dus niet buigen. Een komkommer moet altijd fris ogen. 

Ananas:  Ananas is een populair fruitstuk. Hoe zie je dat hij rijp is? Daarvoor moet je weer je zintuigen gebruiken. Een ananas zonder geur, is nog niet rijp. Hij moet een zoete geur hebben vanaf de onderkant. Een alcoholische geur betekent een onrijpe ananas. Het blad moet groen zijn, zonder roodbruine plekken. Een zachte ananas is rot. En, als een ananas rijp is laat het blad in de kruin met een kort stukje los.

Perzik:  Perziken zijn soms ook moeilijk te kiezen. Vaak liggen er in de supermarkt namelijk veel te harde stukken. Controleer op de plek waar de steel heeft gezeten of je groen ziet, dan is de perzik nog niet rijp. De meer goudkleurig daar, de rijper. Ook de geur is weer belangrijk bij de perzik.