CIDI en Centraal Joods Overleg doen aangifte tegen organisator 'nazibeurs'
28-08-2021
•
leestijd 3 minuten
•
6302 keer bekeken
•
Het verkopen van spullen die aanzetten tot haat en geweld. Dat is wat er gebeurt op de 'nazibeurs' in Houten, vinden CIDI en het Centraal Joods Overleg. Na het bekijken van beelden die tv-programma Kassa heeft gemaakt op de beurs, hebben de twee organisaties besloten gezamenlijk aangifte te doen tegen de organisator van de beurs.
Kassa maakte vorige week met een verborgen camera beelden op de Militariabeurs in Houten, om zelf te onderzoeken wat er op de beurs voor spullen worden aangeboden. Ruim de helft van alle spullen bleken gerelateerd aan Nazi-Duitsland: onder meer dolken met hakenkruizen en SS-leuzen, SS-insignes, eremedailles met hakenkruizen en vaandels worden er te koop aangeboden, vaak voor honderden euro’s. Op de beurs werd ook een gedragen Jodenster te koop aangeboden, met een informatieboekje waarin persoonsgegevens van de draagster staan. “Walgelijk,” oordeelt CJO-voorzitter Ronny Naftaniel. Hij ziet de beurs als een verheerlijking van het nazi gedachtegoed. In 2016 oordeelde de rechter dat de Militariabeurs een ‘nazibeurs’ genoemd mag worden.
Organisator: 'niets ontoelaatbaars'
Volgens de organisator van de beurs, Gaston Vrolings, moeten we juist blij zijn dat de militariabeurzen er zijn. “De oorlog is nu eenmaal gebeurd. Moet je dan angstvallig alles wat met de oorlog te maken heeft verstoppen?” Hij geeft aan dat de beurzen een educatief doel dienen en dat er niets ontoelaatbaars plaatsvindt. “Al 40 jaar bestaan deze beurzen en het zijn doodgewone verzamelaars die de beurs bezoeken.” De aanname dat bezoekers sympathie zouden hebben voor het nazi gedachtegoed, bestrijdt hij fel. “Handhavers lopen hier ook regelmatig rond en die hebben nog nooit iets geks gezien. Het zijn gewoon mensen die geïnteresseerd zijn in spullen die met de oorlog te maken hebben.” Twee personen hebben in de afgelopen jaren een verbod gekregen om de beurs te betreden, zo geeft hij aan, vanwege het gedrag dat ze vertoonden. En Vrolings zou de eerste zijn om in te grijpen als hij wel zou zien of horen dat iemand op de beurs uitdraagt dat hij het extreemrechtse gedachtegoed verspreidt.
Nationaal Coördinator Antisemitisme, Eddo Verdoner, zet daar zijn vraagtekens bij. “Het is naïef te denken dat het hier alleen gaat om een aantal stoffige verzamelaars, zeker ook als je kijkt naar het opkomend extremisme in Europa."
Verkoop wel of niet strafbaar
Maar is het verkopen of kopen van dergelijke spullen strafbaar? Of kan je de beurs verbieden? Dat is volgens diverse juristen een grijs gebied. Dat erkent ook minister Grapperhaus, die zegt dat de openbare verkoop van dergelijke spullen ‘per geval tot geval’ bekeken moet worden. “Strafbaar is: het anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving verspreiden of ter verspreiding in voorraad hebben van voorwerpen waarin een discriminerende uiting is vervat,” licht hij toe. “Het verkopen van nazivoorwerpen kan onder de strafbaarheid zoals bedoeld in dit artikel vallen. Of het verkopen van de voorwerpen daadwerkelijk strafbaar is, dient van geval tot geval te worden beoordeeld.” In 2012 oordeelde het Gerechtshof in Arnhem dat de verkrijgbaarheid en het bezit van drie namaak dolken met SS-insignes en hakenkruizen ‘in strijd met de wet’ is. Maar het wil dus niet zeggen dat dit voor alle nazispullen geldt.
Om een einde te maken aan de onduidelijkheid doet Verdoner in Kassa een oproep aan Grapperhaus om de wet aan te scherpen, waardoor dergelijke beurzen in de toekomst niet meer gehouden kunnen worden. Grapperhaus heeft aangegeven dit gesprek graag aan te gaan.
Lees de volledige reactie van minister Grapperhaus: