In 2023 gaat de prijs van zowel drinkwater als van energie flink omhoog. Leveranciers hebben last van de inflatie en krijgen te maken met prijsstijgingen, waardoor ze zich genoodzaakt zien om een deel van de kosten af te wentelen op hun klanten. In dit artikel bespreken we wat dat voor jou betekent.
Door de inflatie worden allerlei zaken een stuk duurder, en vanaf 2023 gaan klanten meer betalen voor drinkwater en elektriciteit.
Laten we beginnen met het drinkwater. Alle drinkwaterbedrijven gaan de tarieven met ingang van volgend jaar verhogen, en dat heeft volgens dagblad Trouw te maken met "fors gestegen kosten van energie, materialen en grondstoffen."
Maar dat is niet alles. Investeringen in het netwerk zijn nodig omdat de beschikbaarheid van leidingwater anders op een zeker moment niet langer kan worden gegarandeerd. En dat heeft weer te maken met prognoses op het vlak van bevolkingsgroei. Meer mensen betekent simpelweg dat er meer huizen moeten worden gebouwd, en deze huizen hebben allemaal een wateraansluiting nodig.
Daarnaast wordt er geïnvesteerd in watermanagement en verduurzaming, en ook zijn bepaalde ondergrondse leidingen aan vervanging toe. Door steeds drogere zomers moet er op een meer efficiënte manier worden omgesprongen met de beschikbare hoeveelheid water én moeten bedrijven investeren in het vinden van nieuwe waterbronnen.
"Wat betekent dat voor de portemonnee?", vraag je je wellicht af. Dat verschilt per leverancier, en daarmee dus per regio. De prijs van drinkwater bestaat uit meerdere elementen: de kosten per liter water, het zogenaamde vastrecht (vaste leveringskosten voor onder andere het gebruik van de infrastructuur en de administratie) en een milieubelasting van de Rijksoverheid, de zogenaamde BoL (Belasting op Leidingwater).
Volgens Trouw gaat het voor een gemiddeld huishouden om een stijging van zo'n 20 tot 50 euro per jaar. Daarbij hanteert waterleverancier Vitens een gemiddeld gebruik van 163 kubieke meter drinkwater per jaar voor een huishouden bestaande uit vier personen.
Vitens rekent vanaf volgend jaar 85 cent voor één kubieke meter water, oftewel duizend liter. Dit jaar betalen klanten van Vitens nog 72 cent per kubieke meter water. Dat betekent dat de kosten voor klanten van Vitens op jaarbasis met gemiddeld 20 euro stijgen.
De Noord-Hollandse drinkwaterleverancier PWN houdt rekening met een gemiddelde prijsstijging van 48 euro per jaar. Daarbij noemen ze overigens wel dat het hier gaat om een uitzonderlijke prijsstijging en merken ze op dat ze hun best doen om de kosten laag te houden: het bedrijf heeft geen winstoogmerk.
Klanten van WMD Drenthe krijgen ook een stijging voor de kiezen: de verwachte stijging bedraagt voor hen naar verwachting 2 euro per maand, oftewel 24 euro per jaar.
Overigens krijgen klanten het advies om iets bewuster en zuiniger om te gaan met water, willen ze de rekening enigszins drukken.
Dan de elektriciteitsrekening. Vandaag zijn de zogenaamde transporttarieven voor 2023 goedgekeurd door de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Dat gebeurt door de ACM omdat "huishoudens en bedrijven niet zelf kunnen kiezen van welk bedrijf zij transportdiensten afnemen."
In oktober maakten de regionale netbeheerders bekend dat ze de transporttarieven moeten verhogen om de kostenstijgingen enigszins te compenseren: "Door de hoge energieprijzen zijn netbeheerders veel extra geld kwijt aan het inkopen van elektriciteit en gas."
Het gaat hier specifiek om een verhoging van de transporttarieven omdat een deel van zowel het gas als de elektriciteit tijdens het transport verloren gaat. En als de inkoop duurder wordt, stijgt ook de waarde van de tijdens het transport verloren energie.
Een tweede reden die wordt aangevoerd is de energietransitie, die energieleveranciers dwingt tot het maken van grote investeringen. Daarvan wordt een deel nu al in de rekening verwerkt.
Goed om te weten: de verhoging waar het in dit geval om gaat, staat los van eventuele tariefswijzigingen die zich mogelijk nog voor gaan doen en waar met name klanten die een nieuw contract moeten afsluiten mee te maken kunnen krijgen. Hoe dat precies uitpakt, laat zich gezien het momenteel zeer grillige verloop van de handelsprijzen lastig voorspellen.
Het gaat voor consumenten in dit specifieke geval om een vaste verhoging van gemiddeld 10 euro per maand, en dat betreft alleen een prijsverhoging vanwege de gestegen transportkosten. Volgens de ACM heeft het kabinet hier al rekening mee gehouden bij het vaststellen van de leveringstarieven van het prijsplafond dat op 1 januari 2023 in moet gaan.
Lees ook:
Bron: Autoriteit Consument & Markt / AD.nl / Trouw
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!