Gemiddelde huurprijs vrije sector daalt voor het eerst in zes jaar

De gemiddelde landelijke huurprijs is voor het eerst in zes jaar tijd gedaald in de vrije sector. In het derde kwartaal van dit jaar legde een nieuwe huurder gemiddeld 16,56 euro neer per vierkante meter per maand. Dat is 0,4 procent minder dan in 2019, blijkt uit cijfers van het onafhankelijke woningplatform Pararius.

Voor het laatst werd er een prijsdaling gemeten in deze sector in het vierde kwartaal van 2014. In dat jaar daalden de huurprijzen met 0,1 procent. De coronacrisis lijkt de druk op de woningmarkt enigszins te verlichten, stelt Pararius. Zo zijn expats in mindere mate aanwezig op de Nederlandse woningmarkt of stellen zij het startmoment van een baan uit. Vrijgekomen huurwoningen kunnen hierdoor minder makkelijk opnieuw verhuurd worden, waardoor het beschikbare huuraanbod in de vrije sector stijgt.

Vooral in grote en middelgrote steden en in steden in en rondom de Randstad zijn de dalingen in huurprijzen te zien. Eindhoven zag de grootste daling, namelijk en daling van 7,1 procent. In Amsterdam daalde de huurprijzen met 5,9 procent, in Utrecht met 2,9 procent en in Den Haag met 1,5 procent. Van de grote steden werd alleen in Rotterdam een huurwoning in de vrije sector duurder. Daar steeg de gemiddelde huurprijs in de vrije sector met 0,6 procent.

De komende jaren zal de coronacrisis zijn uitwerking blijven houden op de huurmarkt, stelt Pararius. Een verwachte hogere werkloosheid zal de vraag naar koopwoningen doen dalen en daardoor worden te koop staande huizen minder snel verkocht. Dat kan betekenen dat huizen worden verhuurd in plaats van verkocht, waardoor de huurprijzen verder zullen dalen. Tegelijkertijd is er nog wel een tekort aan woningen in Nederland, ziet ook directeur Jasper de Groot van Pararius, wat die trend zal dempen. ANP