Meer allochtone jongeren sporten

Door een speciaal programma van de overheid zijn de afgelopen jaren meer allochtone Nederlanders gaan sporten. De vijfhonderd sportclubs die eraan meededen, hadden in 2007 nog circa 82.000 leden van niet-westerse afkomst. Vorig jaar waren dat er ongeveer 20.000 meer.

Die cijfers presenteerde het W. J. H. Mulier Instituut donderdag op een conferentie over het programma Meedoen allochtone jeugd door sport. Doel daarvan is de integratie te bevorderen door meer jongeren van niet-westerse afkomst aan het sporten te krijgen. Op die manier komen zij namelijk in contact met autochtonen en doen ze vaardigheden als zelfdiscipline op, is de achterliggende gedachte.

Ook het percentage leden van niet-westerse afkomst van de clubs nam flink toe. In 2007 lag dat nog op 19 procent, vorig jaar op 29 procent. Deze cijfers hebben overigens betrekking op slechts de helft van de verenigingen die meedoen. De gegevens van de circa 250 voetbalclubs van de KNVB ontbreken namelijk nog.

Het Rijk trok in 2006 65 miljoen euro uit voor Meedoen allochtone jeugd door sport. Dat geld ging naar de vier grote steden en enkele sportbonden zoals de KNVB en de Nederlandse Boksbond. Zij gebruikten het voor bijvoorbeeld marketing. Het programma houdt dit jaar op.