Onderwijsminister: mbo en hoger onderwijs geraakt door coronamaatregelen

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger onderwijs worden hard getroffen door de coronamaatregelen. Studenten hebben het zwaar en de werkdruk voor medewerkers is hoog. Er zijn minder stages, leerbanen en praktijklessen. Door alle inzet tot nu toe blijft de studievoortgang en onderwijskwaliteit nog op niveau, maar toch baart onderwijsminister Ingrid van Engelshoven zich zorgen voor de toekomst. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de onderwijsminister ervaart het merendeel van de studenten het thuisstuderen als lastig. Veel studenten geven aan last te hebben van stress en depressieve klachten. Ook maken ze zich zorgen over hun studieverloop en de toekomst. Het welzijn van docenten en andere medewerkers staat ook onder druk, omdat ze het echte contact missen met hun studenten. Daarnaast vinden ze het onderwijs op afstand een schrale invulling van hun vak, blijkt uit onderzoek.

Dit alles heeft het afgelopen studiejaar nog niet geleid tot veel vertraging en een hogere uitval en dat is een prestatie van formaat, vindt de minister. De uitval is volgens haar in het mbo zelfs licht gedaald en in het hoger onderwijs sterk afgenomen. Dat komt onder meer omdat er geen bindend studieadvies is toegepast en er mogelijkheden zijn om voorwaardelijk door te stromen.

Studenten en docenten hebben wel zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Zo missen studenten "de bredere vorming die je ontwikkelt in de interactie tussen studenten en tussen student en docent." Er komen wel allerlei nieuwe vaardigheden bij in deze coronatijd, zoals zelfstandig werken. Daarnaast geven studenten in het hoger onderwijs aan dat ze eerder vragen durven te stellen via de chat tijdens de hoorcolleges dan dat ze dat in een zaal moeten doen.

Ook digitale vaardigheden van studenten en docenten verbeteren snel. Van Engelshoven stelt dat er hard gewerkt wordt om het onderwijs online gevarieerder en interactiever te maken. Wel verwacht de minister verwacht dat er meer vertraging en uitval komt als de beperkende maatregelen nog veel langer duren en stages en praktijklessen nog steeds niet of minder kunnen doorgaan.