Opnieuw forse stijging in gemeentelijke woonlasten
15-01-2020
•
leestijd 1 minuten
•
50 keer bekeken
•
De gemeentelijke woonlasten voor huurders en huiseigenaren zullen dit jaar voor de tweede keer op rij fors stijgen. Er moet vooral meer worden neergeteld voor afvalstoffenheffing. Dat concludeert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) op basis van onderzoek naar de belastingen van de veertig grootste gemeenten
De stijging van woonlasten bedraagt voor huurders ruim vijf procent. Huizenbezitters gaan er vier procent op achteruit. Het gaat om de tweede stijging op rij, nadat de lasten vorig jaar het sterkst stegen in ruim tien jaar. De gemiddelde huurder betaalt dit jaar 363 euro, de gemiddelde huiseigenaar 734 euro.
Verhoging afvalstoffenheffing
De sterkste stijging van woonlasten zit in de afvalstoffenheffing. Ten opzichte van vorig jaar rekenen gemeenten bijna zes procent meer voor het verzamelen en verwerken van afval. Dat is het gevolg van een verhoging van de afvalstoffenbelasting door het Rijk. Die werd vorig jaar al verhoogd, maar waar gemeenten de kosten hiervan het afgelopen jaar nog uit hun reserves betaalden, rekenen ze die nu door aan de inwoners. Naast de afvalstoffenheffing, stijgt ook de onroerendezaakbelasting (ozb) voor het tweede jaar op rij, met vier procent.
Verschillen per gemeente
Hoeveel meer of minder mensen moeten betalen voor woonlasten, verschilt sterk per gemeente. Zo gaan huiseigenaren in Apeldoorn 17 procent meer dan vorig jaar betalen en huurders zelfs 29 procent, terwijl de woonlasten in Arnhem juist zullen dalen. In het rapport van de COELO is de situatie voor de veertig (grotere) gemeenten te bekijken. ANP