Pabo wil mbo'ers selecteren

Studenten met een mbo-diploma die naar de lerarenopleiding op hbo-niveau (pabo) willen, moeten vooraf gescreend worden of ze wel voldoende kennis hebben. Nu is hun niveau vaak zo laag en kost het bijspijkeren zoveel tijd, dat het ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. Daarvoor pleit de Vereniging Hogescholen in een maandag verstuurde brandbrief aan de vaste Kamercommissie voor Onderwijs.

Volgens de Vereniging gelden de doorstroomproblemen van mbo’ers voor het hele hbo, maar is het bij de pabo het meest nijpend. Ongeveer 30 procent van de nieuwe studenten aan de pabo komt van het mbo. Zij beginnen aan de opleiding met slechte kennis op het gebied van reken- en taalvaardigheden. Zo scoren ze beduidend slechter op deze toetsten dan studenten met een havo- of vwo-diploma op zak. Deze situatie is volgens de Vereniging Hogescholen onacceptabel.

Rekentoets
Voor de rekentoets slaagt na de eerste poging slechts een kwart van de mbo’ers, na drie pogingen heeft iets meer dan de helft een voldoende. Bij studenten van de havo en het vwo ligt dat percentage met respectievelijk 81 en 95 procent beduidend hoger. Datzelfde geldt voor de verplichte taaltoets: na drie pogingen slaagt 63 procent van de mbo’ers tegenover 84 procent van de studenten die van de havo komt en 97 procent van de vwo-ers.

Kritiek

De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) plaatst kritische kanttekeningen bij het voorstel van de Vereniging Hogescholen. ,,Het risico van een ingangstoets is dat je ook studenten afwijst die het met wat training prima kunnen doen’’, zegt LSVb-voorzitter Jorien Janssen. ,,Het zou beter zijn om te kijken hoe we deze studenten vooraf kunnen bijscholen.’’ ANP