Projectteam compensatieregeling wurgkredieten Crédit Agricole mogelijk afgeschaald
12-02-2021
•
leestijd 2 minuten
•
501 keer bekeken
•
Het aantal mensen dat werkt aan de compensatieregeling voor wurgkredieten van Crédit Agricole wordt mogelijk afgeschaald. Dat meldt een woordvoerder van de bank aan Kassa. Crédit Agricole heeft mensen die een aanvraag voor compensatie hebben ingediend daarom gevraagd deze uiterlijk 15 februari af te ronden. Maar ook daarna blijft het mogelijk compensatie aan te vragen. Het kan dan echter wel langer duren voordat de renteklacht wordt afgehandeld.
Nadat Kassa jarenlang aandacht had voor de wurgkredieten met torenhoge rentes van Crédit Agricole startte de bank mei 2020 met een compensatieregeling. Onder andere klanten van Interbank, de Intermediaire Voorschotbank en de Nederlandse Voorschotbank komen voor compensatie in aanmerking. De bank heeft inmiddels naar eigen zeggen 74.000 mensen gecompenseerd. De woordvoerder van Crédit Agricole wil niet zeggen hoeveel geld daar in totaal mee is gemoeid. Maar uit het meest recente jaarverslag over 2019 blijkt dat de bank 123,6 miljoen euro voor de regeling heeft gereserveerd.
Rob Goedhart van Stichting Geldbelangen, die verschillende gedupeerde klanten bijstaat, denkt dat er in totaal 400.000 klanten voor compensatie in aanmerking komen. Bij alle gedupeerden die hij bijstaat gaat het om een gemiddelde vergoeding van zo’n 10.000 euro. Om de vergoeding te krijgen moeten (voormalige) klanten zich wel zelf bij de bank melden. Dat kan via de site mijnrentevergoeding.nl.
Compensatieregeling schiet mogelijk tekort
Hoewel Goedhart vindt dat de Crédit Agricole redelijk haar best heeft gedaan met de compensatieregeling is er ook kritiek. De compensatieregeling wijkt op een aantal belangrijke punten af van de uitspraken van het KiFiD. Zo weigert de bank om schade te vergoeden van voor 2008. Daarnaast krijgen klanten volgens de compensatieregeling ook geen schadevergoeding als ze een rente moesten betalen die lager is dan de gemiddelde marktrente. Ook dat is geen voorwaarde die in uitspraken van het KiFiD naar voren komt.