Door de landelijke invoering van een nieuwe meetmethode van de WOZ-waarde is de kans op foutieve berekeningen gestegen. Daarvoor waarschuwt De Vastelastenbond.
Volgens het consumentencollectief kan de methode leiden tot een toename van het aantal foute vaststellingen. "In gemeenten waar de methode al eerder is ingevoerd heeft dit tot extra bezwaren geleid", zegt Dirk Jan Wolfert, directeur van de Vastelastenbond. "Dat is voor ons een signaal dat het niet vlekkeloos verloopt."
Sinds dit jaar moeten de gemeenten alle schattingen vaststellen op basis van de woningoppervlakte, naast een vergelijking met woningen in de gemeente die recent zijn verkocht. Eerder mochten ze zich ook baseren op de inhoud van een woning. Volgens de Waarderingskamer, die toezicht houdt op de vastgestelde waarden door gemeenten, is de nieuwe meetmethode nauwkeuriger.
"Uiteindelijk zou het nauwkeuriger moeten zijn", erkent Wolfert. "Maar als je verandert van methodiek klopt het vaker niet of roept het vragen op." WOZ-waardes kunnen door de nieuwe meetmethode in bepaalde gevallen fors hoger uitvallen. Wolfert heeft voorbeelden gezien waar de WOZ-waarde ineens met 20 procent is gestegen. De Vastelastenbond verwacht dan ook dat het aantal bezwaren op de korte termijn zal toenemen.
Gemeenten stellen ieder jaar de waarde van een huis vast. Doordat de huizenprijzen al jaren hard oplopen, stijgt ook de WOZ-waarde mee. Op basis daarvan wordt de hoogte van verschillende belastingen vastgesteld. De WOZ-waarde van woningen steeg vorig jaar met gemiddeld 9 procent en is gebaseerd op de waarde van de woning op 1 januari 2021.
De verplichte wijziging van methode geldt dit jaar voor ongeveer 250 van de 352 gemeenten. De rest was al over naar het nieuwe systeem. Daar bleven de gevolgen volgens de Waarderingskamer beperkt. "In sommige gemeenten die deze overgang vorig jaar hebben gemaakt, heeft dit geleid tot extra vragen en bezwaren", zo valt te lezen op de website van de Waarderingskamer. "Maar bij veel andere gemeenten is het voor de eerste keer bekend maken van WOZ-waarden op basis van de gebruiksoppervlakte heel soepel verlopen."
De Waarderingskamer deelt de conclusie van de Vastelastenbond dan ook niet en wijst erop dat door nieuwe metingen de cijfers in veel gemeenten veel actueler en beter gecontroleerd zijn. Bovendien wordt de oppervlakte veel vaker gebruikt, bijvoorbeeld ook bij advertenties voor te verkopen woningen, en is die eenvoudiger vast te stellen. Ook huiseigenaren kunnen nu makkelijker controleren of de basis voor de WOZ-waarde wel klopt, meent de Waarderingskamer.
Als burger heb je het recht om een bezwaar in te dienen tegen de geschatte WOZ-waarde. Dat kan tot zes weken na de beschikkingsdatum die op de WOZ-beschikking vermeld staat. In Nederland maakt jaarlijks slechts 2,7% van de 9,1 miljoen woningbezitters bezwaar tegen hun WOZ-beschikking.
Bronnen: ANP/Vastelastenbond
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!