PAUW was de late night talkshow van BNNVARA met presentator Jeroen Pauw. Het gesprek van de dag met de hoofdrolspelers uit het nieuws, live vanuit Amsterdam.
Dinsdagochtend 5 september sloot de regering van het West-Afrikaanse land Togo het internet grotendeels af. Zes dagen lang keerde een bevolking terug naar de Steentijd. Mawuna Koutonin omschrijft in de Britse The Guardian hoe dat was.
In Togo wordt fel geprotesteerd tegen president Faure Gnassingbé. Zijn familie is al vijftig jaar aan de macht. Op het internet organiseert de Togolese jeugd zich. Uit angst voor grootschalige mobilisatie van de oppositie sluit de regering op dinsdag 5 september, rond tien uur ’s ochtends, het internet grotendeels af – met een averechts effect. Sociale media en mobiele communicatie werden platgelegd.
De Togolees Mawuna Koutonin, hoofdredacteur van de website SiliconAfrica.com, zag zijn land veranderen. Het bedrijfsleven maakte weliswaar een stressvolle week door; op straat gebeurde iets heel anders. Koutonin sprak vrienden en ondervroeg vreemden op straat.
Eerst: verwarring
In de eerste uren was het land in rep en roer.
WhatsApp lag eruit
. Koutonin schrijft: “Voor de meeste mensen in Togo, is WhatsApp het internet.” Ze probeerden hun internetabonnement te hernieuwen, ze vulden hun databundels aan, en pas na uren werd duidelijk dat de telecomproviders machteloos stonden.
Dan: angst
De eerste avond waren bars en restaurants verlaten. De mensen waren bang. Uit angst voor een bankencrisis, probeerden ze geld te pinnen – maar het internet lag eruit.
En dan: saamhorigheid
De productiviteit, signaleerde Koutonin, steeg in de volgende dagen enorm. De Togolezen, ambtenaren en politieagenten incluis, werden niet langer beziggehouden door WhatsApp. Zonder deze afleiding vond er meer fysiek gesprek plaats toe en raakten de parken voller dan gewoonlijk.
Togo mobiliseerde, geheel tegen de verwachting van de regering in. Inwoners werden gedwongen mond-tot-mondcommunicatie en de regering joeg de neutrale Togolezen tegen zich in het harnas. De oppositie groeide.
Naar schatting hebben de zes internetloze dagen het land zo'n 1,8 miljoen dollar gekost.