VARAgids' vakprijs voor hét televisie-interview van het jaar

Matthijs van Nieuwkerk wint Sonja Barend Award 2009

14-10-2009
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
75 keer bekeken
  •  
matthijsvannieuwkerk1-2009-bob-bronshoff

Matthijs van Nieuwkerk wint de eerste Sonja Barend Award. ‘Matthijs van Nieuwkerk beoefent een vrij unieke tak van sport. Het improviserende razendsnelle verhoor, dat door de overrompeling gasten uit de tent weet te lokken. Maar hij kan ook luisteren en mensen op hun gemak stellen.’ Aldus Hans Beerekamp, tv-recensent van NRC Handelsblad.

‘Hij gebruikt de tijd buitengewoon efficient,’ weet John Jansen van Galen (Het Parool, Met Het Oog Op Morgen). Henk van Gelder: ‘Een goed tv-interview bestaat niet alleen uit informatieoverdracht, maar is ook een variéténummer. Dat begrijpt Matthijs van Nieuwkerk als geen ander.’

Dit artikel komt uit VARAgids 27-28, 2009:

Matthijs van Nieuwkerk, de winnaar van de eerste Sonja Barend Award spreekt zich uit. 

Gefeliciteerd Matthijs, met de Sonja Barend Award! Wat gaat er door je heen?

Ja, dank je wel... Maar mag ik omdat ik gewonnen heb een verzoekje doen? Mag ik vragen om een iets andere openingsvraag?

Pardon?

Kijk. Ik ben gek op onnozele vragen, onderschat ze niet zou ik zeggen, ze zijn zelfs onmisbaar bij een goed tv-interview, maar 'wat gaat er door je heen' gaat me iets te ver. Ik zou dan liever een andere onnozele vraag willen beantwoorden. De vraag die Henk van Dorp als de beste beheerste. Tot in de perfectie. Weet je al wat ik bedoel? Hij keek de gast eerst een paar seconden aan, met die vrolijke trouwe hondenogen, hoofd een beetje scheef, de spanning in de studio steeg en uiteindelijk fluisterde Henk dan tegen Ruud Gullit: 'Ruud, hoe gaat het eigenlijk met je?'

Vooruit. Matthijs, hoe gaat het eigenlijk met je?

Nou, ik ben zo trots als een aap. Nee echt. Ik ben zeer vereerd. Ik ben nota bene verkozen voor de enige echte grootmeester van het televisieinterview en vóór mijn Rotterdamse Holland Sport-buddy. En dan weet ik hoe deze dreun in de havenstad aankomt, hè. Nee, ik word ontzettend verwend zeg. Na de Nipkowschijf en de Televizier-Ring nu deze Award. Ik zie het als een grote aanmoedigingsprijs. Ik heb ook direct zin om weer te beginnen, merk ik. Ben ik iets te uitbundig? Ik heb misschien wat te lang in de zon gezeten, maar goed, wie maakt me wat vandaag?

Wat betekent Sonja Barend voor je?

Elegantie. In dat woord komen haar scherpe intelligentie en grote charme samen. Ja, ze was er lang en goed en van belang, hè. Vergis je niet. Achteraf lijkt het allemaal zo ontzettend vanzelfsprekend. Maar het is een status hoor: een leven lang programma’s kunnen maken omdat iedereen vindt dat je er eenvoudig hoort te zijn. En Sonja bepaalde natuurlijk zelf wanneer ze stopte. Wie kan dat zeggen? Dat zou ik ook graag willem hoor. Lekker tot mijn zestigste DWDD presenteren, niemand die protesteert, iedereen blij en dan een feestelijk aju.

Je begon je tv-carrière ooit met het presenteren van De Gids. Dat ging in dezelfde vaart en met hetzelfde gemak als nu. Of lijkt dat maar zo?

Ik denk dat je gelijk hebt.

Oftewel: Kun je tv-interviewen leren, of is het een gave?

Aan mij heb je niks. Ik kan nauwelijks uitleggen wat ik doe. Niet omdat het zo bijzonder is hoor, ik wil vooral zeggen: ik doe maar wat. de Volkskrant schreef een keer een erg aardig stukje waarin de schrijver mij met een improviserende jazzmusicus vergeleek. Zo voel ik het ook wel. Ik beheers mijn instrument, samen met de redactie bekijken we wat repertoire en dan gaan we muziek maken. Kom maar op! Ik tik af en we zien wel wat het wordt: een blues, een ballade, harde bepop, comedy capers. Altijd spannend. Sla ik de maat of volg ik op een afstandje? Wie pakt z’n solo? Wordt het een battle? Een lyrisch duet? Is de timing goed? Swingt het? Het is een groot avontuur. Niet helemaal zonder risico’s natuurlijk, er gaat wel eens wat mis, maar we willen tenslotte wat beleven toch? Alles kan, vals, zuiver, als de noten maar blijven boeien.

Je zet de tv aan en ziet je collega’s. Waar let je op?

Stel je daar niet te veel van voor. Ik zie weinig. Ik werk ’s avonds, daarna eten en naar bed. Ik zie Pauw & Witteman dus bijna dagelijks, maar veel meer niet. Toen ik begon op tv keek ik veel, als huiswerk, als lesmateriaal. Hoe moet het? Ik lette dan bijvoorbeeld op het geduld van Sonja, de rust van Smeets, het baldadige van Felix Rottenberg, het lef van Frènk van der Linden, de lol van Hanneke, het gestrenge van Paul en de schijnbewegingen van Jeroen. Op die manier volg ik nu Jonathan Ross nog iedere vrijdagavond bij de BBC. Om me te vergapen aan zijn wit, de hoogste vorm van humor, vind ik. Jaloersmakend!

Je zet de tv aan en ziet jezelf. Waar let je op?

De regie, het publiek dat achter me zit, mijn haar.

Vroeger schreef je interviews, voor Het Parool. Verlang je nog weleens naar de tijd die je toen had voor een gesprek?

Echt helemaal nooit. Ik denk met weemoed terug aan bijvoorbeeld een middag bij uitgever Geert van Oorschot die de poëzie van Jan Emmens en Gerard den Brabanders bars uit zijn hoofd reciteerde nadat ik had gezegd met dat werk niet zo bekend te zijn. ‘Dit is waar het om gaat! Luister je kerel!’ En ook een ontmoeting in een hotelkamer van Het Amstel met Naomi Campbell houdt mij nog wel eens wakker, maar ik mis de krant zeker niet. De opwinding van een mooie zin op het geduldige papier wint het niet van de spanning en energie in de studio.

Je bent nu gewend aan een spanningsboog van acht minuten. Zou je een halfuur of langer kunnen interviewen op tv, of moet jij het juist van korte gesprekken hebben?

Ik meen dat de interviews in DWDD zo’n tien minuten duren, maar goed, een halfuur is het zeker niet. Die vaart is natuurlijk mijn tweede natuur geworden, maar ik hoop niet dat ik een one-trick-pony ben. Met Wilfried interviewde ik soms een gast een uur en daar werd ik niet per se erg onrustig van. Ik mocht een paar jaar geleden nadenken of ik Zomergasten zou willen presenteren. Het kwam toen niet uit. Maar ik zou het graag doen, hoor. Kijken wat de schoonheid van een lang gesprek is. Tijd is niet alleen luxe hoor. Vergis je niet. En verwar lengte alsjeblieft niet met diepte.

Bedenk je achteraf nog weleens wat je eigenlijk had moeten vragen?

’s Avonds op de fiets naar huis word ik altijd gemarteld door de gemiste kansen die door mijn hoofd spoken. Daar zit na al die jaren ook geen enkele verbetering in, eerlijk gezegd.

Tv maakt kwetsbaar. Je begon op je veertigste met presenteren. Je carrière was al geslaagd en je had een berg bagage. Maakte dat de keuze makkelijker?

Nou nee, ik twijfelde juist heel erg of ik de overstap van ‘leidinggeven’, naar presenteren moest maken. De Gids deed ik, terwijl ik overdag gewoon net-manager van Nederland 3 was, net als de Top 2000 a gogo. Felix Rottenberg haalde me uiteindelijk over om samen Nova te gaan presenteren. Toen durfde ik. Ik voelde me veilig bij hem en ik wist dat ik onder zijn vleugels het vak zou kunnen leren. Want je mag dan wel een hoop bagage hebben, als je niet kan presenteren blijft dat toch vooral een erg goed bewaard geheim. Afijn,Nova werd al snel een hoop geëmmer. En voor ik het wist, stond ik op straat. Behoorlijk beteuterd, eerlijk gezegd. Avontuur mislukt. Toen was daar even later Wilfried de Jong die me vroeg samen met hem een nieuw sportprogramma te bedenken en te presenteren. En we leefden nog lang en gelukkig, zou ik zeggen.

Dat tv kwetsbaar maakt zien we aan De Zomer Draait Door. Wat vind jij van deze zomervariant van DWDD?

Ik heb een veel te goed humeur om het daar nu over te hebben.

Dat is flauw.

Goed, dan zeg ik dat ik er in grote verlegenheid naar heb gekeken.

Je hebt toch vast wel een analyse?

Kijk, ik dacht naar een zomerse variant van ons programma DWDD te gaan kijken, met de nadruk op het woord variant. Het werd een exacte kopie, inclusief presentatietekstjes. Ja, daar zit je dan. Het troosteloze woord ‘zomer-uitverkoop’ drong zich bij mij op. En niet alleen bij mij heb ik begrepen. Ontzettend jammer. Gemiste kans. Zo kreeg het succesvolste DWDD-seizoen tot nu toe, vergeet niet: in de donkere maanden hadden we om half acht dagelijks minstens een miljoen kijkers, dat seizoen kreeg toch op z’n zachtst gezegd een merkwaardige finale.

Is er helemaal niets positiefs over DZDD te melden?

Natuurlijk wel. Je kan er ook veel vrolijker tegenaan kijken, er zijn tenslotte ergere dingen op de wereld. Je kon het programma ook zien als een bijzonder knappe verdwijntruc. Want dat was het. Je keek namelijk naar DWDD maar je zag het niet. Heel gek. Foetsie. Hoe je ook keek. Weg. En je bleef in de grootste verwondering achter. Het was eigenlijk een ilusie waar Hans Klok zijn vingers bij zou aflikken.

En wat vond je van de presentatoren?

Ach, laten we eerlijk zijn, wat kunnen zij er eigenlijk aan doen? Ze zijn uitgenodigd, zeiden ja en deden hun uiterste best neem ik aan.

Wil je eigenlijk iets over het gekrakeel rond je salaris zeggen?

Ben je betoeterd?

Sommige mensen lijken alles te kunnen. Zo iemand ben jij. Kun je een gehaktbal maken?

Maak je geen illusies, ik kan geen gehaktbal maken, geen Italiaans spraken, de Mont Ventoux niet beklimmen zonder af te stappen, ik kan geen sudoku’s oplossen en erg slecht dansen.

Dit artikel komt uit VARAgids 27-28, 2009.

Meer over:

winnaars
Delen:
BNNVARA LogoWij zijn voor