© Gemeente Nijmegen | Goedele Monnens
De burgemeester van Nijmegen moest in coronatijd z’n huis uitvluchten. Inmiddels ziet hij de ondermijning van zijn vak uit alle hoeken op zich afkomen: ‘Ook de media spelen een rol.’
Wie wil er eigenlijk nog burgemeester worden in Nederland? Of rechter? Wethouder? Harde cijfers wijzen uit dat zich voor een burgemeestersvacature in een middelgrote gemeente in 2016 nog zeker dertig gegadigden meldden, vorig jaar waren dat er nog maar achttien. Toenemende bedreigingen en mensen die openlijk zeggen zich niks aan te trekken van geldende wetten en afgesproken regels vormen de grootste obstakels. CDA’er Hubert Bruls (59) heeft persoonlijk ervaring met de glijdende schaal waarin onze rechtsstaat en democratie verzeild lijkt geraakt. Als burgemeester van Nijmegen, waar hij sinds 2012 in functie is, krijgt hij regelmatig te maken met boze burgers. Onlangs nog liet hij in zijn stad XR-activisten aanhouden die zich in de lokale ZARA-winkel met boterzuur bedruppelden. Ook zijn er NEC-supporters die hem liever niet op de koffie uitnodigen. En in corona-tijd was hij – in de hoedanigheid van voorzitter van het landelijke Veiligheidsberaad – regelmatig de nationale kop-van-jut. Het afkondigen van diverse maatregelen ontketende een barrage aan scheldpartijen en bedreigingen aan zijn adres. Hij werd uitgemaakt voor nazi. Zijn gewicht werd erbij gehaald. En op de dag van een verboden corona-demonstratie moesten hij, zijn vrouw en twee kinderen destijds hun huis verlaten. Er waren namelijk signalen dat ze daar zouden worden opgezocht. We vragen de ervaringsdeskundige onder meer naar de oorzaken van die bedreigingen en wat dit met je doet. Of hij als politicus en voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid denkt dat het tij van verhuftering nog te keren is. En op welke manier dan?
Wat gebeurt er met je wanneer je door je werk met bedreigingen te maken krijgt? Toen we in allerijl ergens anders naartoe moesten, dacht ik even: wat ongelofelijk vervelend. Want het was niet het eerste voorval. Mensen hadden al een keer brand proberen te stichten bij de poort en er ook troep neergegooid. En dan sla ik voor het gemak over wat er online allemaal wordt gezegd. Ik wist niet hoe serieus ik die signalen moest nemen. Je denkt op zo’n moment wel: nou kun je niet eens meer normaal thuis zijn en op zóndag nog wel. We pakten de situatie als gezin nuchter op. Maar wat ik heel erg vond: dat mijn familie erbij betrokken werd. Wat hebben mijn vrouw en kinderen nou met mijn werk te maken? En dan kom je naar mijn woning in plaats van naar het gemeentehuis of politiebureau? Echt heel vervelend. Gelukkig duurde het maar een paar uur en liep het goed af. Maar ik vind het buitengewoon heftig als ik me probeer te verplaatsen in collega’s die weken, maanden of zelfs langer met bedreigingen te maken krijgen en daardoor moeten leven met een beveiligd regime. Ik kan alleen maar zeggen dat ik hoop dat je dat niet overkomt.
Welke impact heeft dit op u? Denkt u wel eens: laat ik dit besluit maar niet nemen want er komt rotzooi van? Ik ben nooit gestopt met datgene te doen wat ik moet doen. Bijvoorbeeld een café sluiten of optreden tegen demonstranten die zich niet goed gedragen. Of tegen hooligans van NEC. Ik laat me niet tegenhouden. Maar ik denk bij het nemen van beslissingen wel twee tot drie keer na, omdat ik weet dat er sneller bedreigingen kunnen komen. En dat is iets waar ik scherp op moet zijn want het kan de eerste stap zijn naar: ik doe maar even niks of ik houd mijn mond. Dat ligt op de loer. Nu ben ik niet iemand die bekend staat dat hij zijn mond houdt, maar ik merk dat ik bij dingen eromheen, zoals beledigende teksten, anders reageer dan een tijd terug. Dan heb ik de houding: ik ga die discussie niet meer aan. Best vermoeiend om op alle bagger die er via de mail binnenkomt te reageren en daar mijn tijd in te stoppen. Dus dat doe ik minder. Twintig jaar geleden zou ik op alles een keurig mailtje terugsturen. Nu is mijn antwoord in bepaalde gevallen superkort of ik reageer helemaal niet.
En welke gevolgen ziet u om zich heen? Bij collega’s of anderen met een zichtbare functie? Moeilijk te zeggen, maar ik voel aan dat er een terughoudendheid ontstaat. En dat is niet goed. Kritiek op de overheid hoort erbij, de burger moet beschermd worden tegen een te almachtige overheid. De toeslagenaffaire laat zien wat er gebeurt als die macht doorslaat. Het is terecht dat functionarissen worden bekritiseerd, maar zij moeten zich vrij voelen om hun werk naar eer en geweten te kunnen doen. Terughoudendheid is uiteindelijk niet het antwoord. Daardoor wordt de grote zwijgende meerderheid die erop rekent dat de overheid beschermt ook niet meer geholpen. Het lijntje tussen diep nadenken en je mond houden is uiterst dun. Het is niet goed, maar ik snap wel dat sommige ambtenaren en bestuurders dat laatste meer doen.
Wie of wat ziet u als grootste gevaar voor de rechtsstaat? Dat mensen door de individualisering wel heel veel oog voor de rechten van het individu hebben. Voor wat de rechtsstaat hen moet leveren en bieden, maar dat de verplichtingen die daarbij horen erg makkelijk aan de kant worden geschoven. Dat er geen collectief gevoel meer bestaat: we staan samen voor die rechtsstaat en hoe kunnen we dat zaakje draaiende houden. Natuurlijk mag je demonstreren, van links tot rechts. Maar denk ook eens na over de gevolgen van eindeloos actievoeren. Hoe ontzettend veel politiecapaciteit en energie dat kost. Hoeveel belastingcenten. De hinder die je voor medeburgers veroorzaakt. Altijd alles maar enkel vanuit jezelf benaderen, nooit eens durven zeggen: dit kan nu even niet. Die houding en die belasting van de rechtsstaat vind ik een heel grote bedreiging.
Maar het gaat toch om meer dan demonstreren? Ja natuurlijk. De individualisering en de verhuftering die er soms bij hoort is al veel langer gaande. De rechtsstaat werd twintig jaar geleden al van binnenuit uitgehold en ondermijnd. Bijvoorbeeld door de onderwereld die grip probeert te krijgen op de bovenwereld. Door geld wit te wassen en in vastgoed te steken. Dat is een andere uitingsvorm van wat ik de verhuftering en de verloedering van de samenleving noem. Ook dat hierover een soort acceptatie is ontstaan. De drugshandelaar die leuk meedoet in de buurt. De coffeeshophouder die geld verkregen uit illegale handel in de plaatselijke sportclub stopt. Moet toch kunnen? We hebben niet meer het gevoel dat we bewust voor bepaalde wetten en regels hebben gekozen om de boel netjes draaiende te kunnen houden. Nu zie ik dat de scherpte van het maatschappelijk debat de pan uitrijst met intimidatie en bedreigingen van hulpverleners, politici, ministers, rechters, raadsleden. Dat is heel modieus en gebeurt makkelijk en in het openbaar. Dertig jaar terug zou je je er nog voor geschaamd hebben en je verontschuldigingen aanbieden. Tegenwoordig mag je blij zijn dat er niets escaleert, naar excuses kun je fluiten en de gang naar de rechter is zo gemaakt. Best zorgelijk.
En als die rechter dan iets beslist waarmee mensen het niet eens zijn, wordt zijn of haar foto ook nog online gezet. Ik heb een publieke functie en daar hoort bij dat mensen die het niet met je eens zijn lelijke dingen over je zeggen. Acceptabel tot een bepaald niveau. Maar als je een foto van een rechter online zet maak je het voor diegenen die misschien niet zoveel hersencellen in hun kop hebben wel heel makkelijk om te denken: hé, misschien mag ik nog wel een stap verder gaan. Schijnbaar mag ik op die man of vrouw losgaan hoewel hij of zij gewoon zijn werk doet. Een rechter staat boven alle discussie, die toetst de wet en daar heb je je aan te houden. Die ga je niet in het openbaar bekritiseren en al helemaal niet intimideren. Dat is een basisregel in een rechtsstaat die je niet mag overtreden. Ook mag je overal kritiek op hebben. Maar het recht beschermt ook die ene die voor is, ook al zijn er 99 tegen. Want we hebben een democratie en een rechtsstaat. We schuiven ook geen rechten opzij omdat mensen er geen zin in hebben. Dus als wij vluchtelingen krijgen die het recht hebben hier asiel aan te vragen, is het onze plicht hen zo goed en kwaad mogelijk onderdak te bieden. Dan kunnen mensen het er niet mee eens zijn, maar het zijn wel de regels en die horen we te beschermen.
Hoe kan het tij van de wankelende rechtsstaat worden gekeerd? Het slechte nieuws is dat er meer intimiderende foto’s en teksten verschijnen. Het goede dat het Openbaar Ministerie adequaat reageert en actie onderneemt. Er zijn inmiddels genoeg mensen die zich hebben moeten verantwoorden bij de rechter wegens bedreiging en intimidatie. Het is echt niet zo dat we dat over onze kant laten gaan. Daarnaast is een oplossing: maak het bespreekbaar. Als ik merk dat raadsleden of wethouders hiermee te kampen hebben, zeg ik: houd het niet bij jezelf. Dan kunnen we steun uitspreken, tonen dat we dit niet accepteren. Of de politie inschakelen. En onderling moeten we elkaar veel vaker aanspreken op fatsoensnormen. Dat doe ik ook. Mezelf omdraaien op de sporttribune wanneer er zware anti-homo-opmerkingen worden gemaakt en zeggen: houd je mond. Dat helpt. Alleen worstelen we wel met het feit dat we niet op een lijn zitten op dit gebied.
Hoe bedoelt u? Er zijn mensen die vinden dat je vrij ver mag gaan in het uiten van je mening. Het helpt dan niet wanneer politiek Den Haag zelf een negatieve rol speelt door te gaan roepen: die bekritiseerde burgemeester moet weg, zoals Geert Wilders bij Femke Halsema deed. Dan overschrijd je een grens. Ik roep toch ook niet: die Kamerleden moeten weg. Zij zijn democratisch gekozen, ik heb daar niets over te zeggen. Een burgemeester moet verantwoording afleggen aan zijn of haar gemeenteraad en niet aan Geert Wilders. Er is schijnbaar een cultuurtje ontstaan waarin het normaal is elkaars positie ter discussie te stellen. En ook de media spelen een rol. Kijk naar wat er allemaal geroepen wordt in praatprogramma’s. Ik denk dat de Nederlander uit de jaren 90 zich kapot zou schrikken als hij hoort wat we allemaal tegen elkaar zeggen. En er is geen presentator die ingrijpt. We moeten collectief zeggen: tot hier en niet verder.
Geeft u nu de media schuld? Nee. Maar bepaalde media en boze burgers vormen een giftige cocktail. Alles voor de kliks. Vorige week had ik een inspraakavond over een azc in Nijmegen. Er waren zeker 250 aanwezigen, maar geen media. Want er werd geen rel verwacht en de discussie verliep inderdaad respectvol. Dat is ook Nederland hoor: altijd gaan kijken in Uden en op andere plekken waar een aantal idioten buiten staat. Focussen op een rel. Maar berichtgeving over mensen die met elkaar in gesprek gaan is niet interessant. En dan heb ik het ook over serieuze media en kranten. Laat staan over X, Instagram, Facebook en de hele rataplan. Ik geloof niet dat die de mensheid verder brengen. Sterker: social media zijn een van de slechtste uitvindingen ooit. Dat zei ik al in 2007 toen ik collega’s plotseling fanatiek zag twitteren. Ik geloof niet dat je in 140 tekens goed kan communiceren met je medemens, zei ik. Sommige burgemeesters lachten me uit. Maar ik heb helaas gelijk gekregen: online is het een zooitje, een wildwesttoneel. Ik heb er nooit gebruik van gemaakt, ik lees liever een goed boek.
Zien we u binnenkort in Den Haag in een nieuw kabinet om zich hard te maken voor die rechtsstaat? Nou, zeg nooit nooit. Maar ik zit niet gelijk op mijn stoel te wippen van enthousiasme. Ik voel me op mijn plaats in het lokale bestuur. Bovendien moet er dan een heel ander kabinet komen dan wat we nu hebben. Met het huidige heb ik weinig affiniteit.
Dit artikel komt uit VARAgids 19. Vanaf dinsdag 6 mei 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief