© Netflix
Met series als The Sandman, Wednesday en straks Stranger Things waagt Netflix zich aan de halve seizoenen. Maar wat is de meerwaarde?
Aan het begin van het jaar schreef ik al eens, naar aanleiding van het eerste seizoen van The Pitt en Severance, een column over de geneugtes van slow watching. Kort samengevat draait het om het kijken van series waarvan een nieuwe aflevering, zoals in de tijd van voor on-demand, slechts één keer per week verschijnt, in plaats van dat alles in één keer wordt vrijgegeven. Het creëert een gevoel van gemeenschap, en een gezamenlijk ritme. Zo zit ik zelf elke maandag klaar voor een nieuwe aflevering van Star Trek: Strange New Worlds en krijgt mijn partner elke woensdagavond van vrienden de vraag of hij al bij is met Alien: Earth.
© FX / Hulu / 20th Television
Slow watching werkt uiteraard niet voor alle tv-programma’s. Bij meer middelmatige series is het juist beter dat je zo snel mogelijk door kan kijken; het zogenoemde binge-watchen, het model waar Netflix groot mee geworden is. Zo heeft de kijker zo min mogelijk tijd en kans om na te denken over of de desbetreffende serie het doorkijken eigenlijk wel waard is. Maar de laatste maanden is Netflix ook aan het experimenteren met een tussenvorm, namelijk het in twee delen hakken, en uitbrengen, van series, zoals bij de nieuwste seizoenen van The Sandman en Wednesday (laten we eerlijk zijn: seizoen twee en drie van Squid Game is eigenlijk ook één seizoen dat in tweeën is gesplitst).
© Noh Ju-han / Netflix
Vanuit een commercieel oogpunt snap ik de redenatie. Twee releasedata geven (de mogelijkheid tot) dubbele exposure. Helaas biedt het eindresultaat in beide bovengenoemde gevallen weinig meerwaarde. Ik zou zelfs durven beweren dat het het tegenovergestelde effect heeft gehad. Het eerste deel van het tweede seizoen The Sandman was een slaapverwekkende bedoening; een rommelig samenraapsel van korte verhaallijntjes zonder echte rode draad. Er was een uitje naar een sprookjesbos waar William Shakespeare zijn nieuwste toneelstuk ‘Een midzomernachtdroom’ opvoerde voor de echte koning Oberon, koningin Titania en Puck (Jack Gleeson, Joffrey uit Game of Thrones), de zoektocht van Morpheus (Tom Sturridge) en zijn zusje Delirium naar hun verdwenen grote broer Destruction, en een groots banket waar bepaald moest worden wie de sleutel kreeg van de poorten van de Hel, nadat Lucifer (Gwendoline Christie) de handdoek in de ring had gegooid.
© Laurence Cendrowicz / Netflix
Er mistte een kloppend hart, een echte emotionele inzet. Wist je dat Morpheus een grote liefde had? Nee? Geen nood, Morpheus zelf was het ook vergeten. Ook voor de hereniging tussen Morpheus en zijn zoon Orpheus kon ik weinig enthousiasme opbrengen – allicht niet geholpen door het feit dat enthousiasme (of ook maar iets van extreme emotie) geen woord is dat in Morpheus’ vocabulaire voor lijkt te komen. Het waren allemaal niet bepaald elementen die benieuwd maakten naar deel twee, tenzij je iets zocht om al op de bank bij in slaap te kunnen vallen. Dat is jammer, want de tweede helft bleek een hele verbetering, met zelfs een happy end voor voormalige slechterik The Corinthian (Boyd Holbrook) waarvan we niet wisten dat we die nodig hadden. Wednesday heeft last van hetzelfde euvel. Het eerste deel van seizoen twee voelde grotendeels als nodeloos navelstaren, tot in de tweede helft eindelijk het echte, wel boeiende, verhaal kon beginnen. Maar dan moet je als kijker in de tussentijd niet zijn afgehaakt natuurlijk.
Bregtje Schudel en Omar Larabi schrijven per toerbeurt wekelijks over wat hen opvalt op het gebied van series en/of films.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief