De Vlaamse journalist Rudi Vranckx reist langs de grens met Rusland. Hoe ervaren Europeanen de dreiging achter het nieuwe IJzeren Gordijn? Vranckx’ verhalen bij vier beelden.
Georgië en de Baltische staten, daar zou Rudi Vranckx (1959) privé graag nog eens heen gaan. ‘Georgië oogt Europees, met al die christelijke kerken uit de Middeleeuwen. En die sfeer in Tblisi…’ Estland, Letland en Litouwen trekken vanwege hun geschiedenis als voormalige Sovjetstaten. ‘Ik ben historicus, hè. Een fascinerend gebied.’ Na zijn pensioen zal de man uit Leuven tijd genoeg hebben voor een ontspannen visite, maar tot dat moment aanbreekt – sneller dan u denkt: op 15 december a.s. – geldt Vranckx nog als de Vlaamse conflictjournalist par excellence, die voor zijn werk zoveel rondreist dat hij de wereld van pool tot pool lijkt te hebben gezien.
Gelukkig voor hem (en voor ons) doet hij bovenstaande twee gebieden aan in zijn recentste serie: Het nieuwe IJzeren Gordijn. In vier delen, begin dit jaar al op de VRT te zien, trekt Vranckx door het grensgebied tussen Rusland en de rest van Europa, van het Noorse eilandje Vardø boven de poolcirkel tot Georgië aan de Zwarte Zee. Centrale vraag aan de grensbewoners: hoe is het om naast Rusland te leven, de buurman die zich met geweld aan Oekraïne vergrijpt? In het antwoord zitten vele verhalen vervat, waaruit Vranckx een keuze maakt, op verzoek van de VARAgids. Vier stuks, één voor elke aflevering, met het bijbehorende beeld.
1 -VARDØ, NOORWEGEN ‘Het lijkt wel sciencefiction hè, met die bollen? Vardø heeft een verbinding met het vasteland, maar wij zijn er gekomen met de postboot. Op dit eilandje, een behoorlijk eind boven de poolcirkel, ben ik begonnen aan mijn reis. Het is een symbolisch begin, want deze plek in het hoogste noorden is feitelijk een uitkijkpost op de Russen. Die bollen maskeren antennes en installaties om te observeren, tot diep in Rusland aan toe. Volgens een cyberspecialist die ik sprak kunnen ze zelfs zien dat iemand een muntstuk laat vallen in Afghanistan. Letterlijk, ja. Zij kijken ook onder water. Je hoort nu toch van Russische schepen die door de Noordzee varen, waar ze kabels en andere onderzeese infrastructuur zouden kunnen saboteren?
In Vardø, aan de Noordelijke IJszee, wordt de toegangspoort tot de Europese wateren bewaakt. Er hangt een vreemd sfeertje op dat eiland. De dorpelingen weten officieel niet wat er gebeurt. Ze doen er geen zaken mee, ze leven er niet van. Het is een parallelle wereld. Tegelijkertijd snappen ze wat er gaande is. En iedereen beseft dat Vardø tot de eerste doelwitten zal behoren als er ooit een gewapend conflict komt met Rusland. Wie vecht, wil zijn vijand blind maken. Dat doe je op Vardø. In café Nordpol, zo’n kroeg met een houten lambrisering, komt de plaatselijke bevolking. Soms hangen er wat Russen of Amerikanen aan de toog. Die Russen zijn vissers – zeggen ze.
Niemand wil over Vardø spreken, althans niet op camera. Het is materiaal voor een spionageroman van John le Carré. Wel heb ik lang met enkele plaatselijke jongeren gesproken. Ze hebben weinig te doen op Vardø, ze trekken weg. Het is een verpieterd plaatsje met weinig werk, wat visvangst uitgezonderd. Vergane glorie, pal naast die high tech.’
2 - NARVA, ESTLAND ‘Na Finland, waar sinds vorig jaar de NAVO-grens met Rusland ligt, staken we over naar Estland. De Baltische staten zijn ook NAVOlanden, maar het verschil is dat ze ooit deel uitmaakten van de Sovjetunie, waarvan ze zich hebben losgescheurd. Door die geschiedenis leeft er een grote Russische minderheid in elk van de Baltische staten. De jongen op deze foto, Denis, is van Russische origine. Net als veel andere inwoners van de grensstad Narva, waar we hebben gefilmd. Door Narva liep een belangrijke transportroute voor vrachtwagens, totdat de EU-sancties instelde tegen Rusland vanwege de oorlog in Oekrane. Zie je die brug over de rivier? Aan de overkant ligt Rusland. Op de rivier, die ook de Narva heet, varen patrouilleboten van beide landen. Wij zijn mee geweest op een Estse boot. Estse jongeren als Denis kijken naar Europa. Daar kiezen ze resoluut voor. Bijna allemaal willen ze wonen in Berlijn, Amsterdam of Brussel. Echter, hun ouders en grootouders richten zich nog volledig op Rusland.
Ze kijken Russische televisie via de satelliet. Russische propaganda is hun blik op de wereld. Denis wilde best praten over de spanning die dat verschil oplevert, maar voor veel van zijn generatiegenoten lag het onderwerp te gevoelig. Zij waren op hun hoede, wilden hun ouders niet afval len. Voor Denis komt er nog een dimensie bij, want hij behoort tot de lhbtq+-gemeenschap. Die heeft geen toekomst in het Rusland van Vladimir Poetin, maar wel in Europa. Denis sprak er in bedekte termen over. Je ziet de kloof. Er loopt niet alleen een grens tussen landen, maar ook tussen generaties en tussen waarden en normen. Aan mensen als Denis merk je wat er op het spel staat voor de Russische president. Vroeger ging Denis nog weleens naar feesten in Rusland. Tegenwoordig nemen hij en zijn generatie het Westen als voorbeeld. Dat vreet Poetins wereldbeeld aan.’
3 - KOEPJANSK, OEKRAÏNE ‘In Oekraïne is het idee achter de serie ontstaan. Daar is het nieuwe IJzeren Gordijn neergelaten. De grens is er heet, door de oorlog. Ik was er al eerder geweest voor het nieuws, maar nu wilde ik het verhaal vertellen van de Oekraïners en hun omgang met de nieuwe werkelijkheid. Artem was een mooie ontdekking. Hij was nog maar veertien jaar oud toen het Russische leger in 2022 Koepjansk innam, de Oekraïense stad waar hij woonde. Opeens bevond hij zich aan de andere kant van de grens. Net als twintigduizend andere Oekraïense kinderen werd hij meegenomen naar Rusland. Gekidnapt. Ze staken hem in een heropvoedingsinternaat, waar hij elke morgen het Russische volkslied moest zingen.
Artem weigerde dat. Het kwam hem op dreigementen te staan: wacht maar, we sturen jou naar een psychiatrische instelling. Zijn moeder, die op slechts zes kilometer afstand van hem verwijderd was toen het gebeurde, is hem gaan zoeken. Ze is naar Polen gereisd, naar Belarus, heeft een visum voor Sint-Petersburg gekregen, is dieper Rusland in getrokken en uiteindelijk kreeg ze toestemming haar zoon te bezoeken. Dat was zes maanden later. Artem herkende haar bijna niet meer. Kijk hem daar staan, met zijn houten geweertje.
Toen ik hem sprak, was hij alweer zestien jaar. Het gesprek vond plaats in Koepjansk. De stad is weer Oekraïens, maar het front ligt vlakbij. Artem brengt regelmatig eten naar de soldaten. Hij beschouwt zichzelf als een soort burgerwacht. In de kou gaat hij bij een checkpoint staan – soms in zijn eentje, soms met een paar vrienden – met dat houten geweer. Hij kiest voor Oekraïne. Artem zal wel in het Oekraïense leger terechtkomen. Dat mag vanaf achttien jaar.’
Lees dit artikel verder in VARAgids 50, vanaf dinsdag 10 december in de winkel, op de mat en in de app (alleen voor VARAgids-abonnees).
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief