Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Met scenarioschrijven ontdekte Rifka Lodeizen pas echt wat acteren inhield. ‘Een rol moet niet in beton gegoten zijn.’

23-10-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
483 keer bekeken
  •  
43_interview

© Frank Ruiter

Laatst had iemand haar gevraagd waarom hij haar nog nooit had gezien in een romantische komedie. Rifka Lodeizen moest het antwoord schuldig blijven. ‘Blijkbaar hangt er iets zwaars aan mij. Terwijl ik mezelf als een heel optimistisch persoon zie, zonder veel drama. Eigenlijk perfect dus voor een romkom zou je denken... Wat denk jij, hoe komt het dat ik daarvoor niet voor gecast wordt?’ Onverwachte wedervraag, mond vol tanden. Nee, als je aan Lodeizen denkt, denk je niet gelijk aan een tongue-in-cheek-rol in het lichte segment. Waarschijnlijk komt het door haar oeuvre, waarin vooral zwaardere, serieuze rollen prijken in films als Tonio, Verdwijnen, Kan door huid heen. Lodeizen is een actrice die je nooit helemaal kunt lezen. Terwijl in haar gezicht van alles gebeurt, op de millimeter bijna, blijft ze ongrijpbaar. Zelfs in haar rol als Maud, in het omroep Max mantelzorgdrama Maud & Babs, waarin ze de verantwoordelijke dochter van een dementerende moeder (Loes Luca) speelt. Deze week begint het tweede seizoen. Al is het een van haar lichtere rollen (de serie is komisch drama) en speelt ze een vrouw waar veel vrouwen van eind 40, begin 50 zich in zullen herkennen – het type van ‘alle ballen in de lucht houden’ in combinatie met ‘cijfert zichzelf weg’: toch is het lastig de vinger te leggen op wat er echt in haar omgaat. Hoekig speelt ze Maud, als een eiland bijna, waarop het moeilijk aanmeren is. 

Als je echt eens iets heel anders had willen spelen had je kunnen zeggen: ik wil de rol van Juliette wel, je losbollige zus in de serie.
Ja, maar ik vond de rol van Maud zo leuk. Juist omdat-ie veel dichter bij me ligt dan de rollen waarin ik doorgaans word gecast. Mijn kind gaat niet dood. Ik hoefde niet te verdwijnen. Ik heb geen criminele broer. Het is luchtiger, herkenbaarder: ik heb zelf twee puberende kinderen, een gezin. Ik ben mantelzorger geweest voor mijn vader. Ook het gevoel hebben dat je het allemaal wel aankunt, al die ballen in de lucht houden, niet zeuren, doorgaan, is me niet onbekend. Ik vond het interessant om daar eens mee aan de slag te gaan. En nu, met een tweede seizoen, kunnen de personages meer de diepte in.

Hoe verdiept jouw personage zich?
Alles komt op scherp te staan. In het eerste seizoen denk je als kijker nog: hoe kan die vrouw dat allemaal aan? In dit seizoen passeert ze haar grens. Haar moeder komt in haar achtertuin wonen, dat trekt een nog grotere wissel op haar relatie. Haar man trekt het niet langer en gaat er vandoor. Ze raakt steeds verder verstrikt in alles en dat allemaal door haar misschien bijna ziekelijke neiging om controle te willen houden.

'Gelukkig heb ik geen groot ego en ook geen gebrek aan ideeën.'

Herken je dat laatste ook bij jezelf?
Nou, dat stuk misschien minder. Maar wat ik wel erg herken, is dat als iemand anders in de problemen zit je alles laat vallen om er voor iemand te zijn, maar je jezelf heel moeilijk laat helpen. En het zelf moeilijk toegeven als het mis is en dat ook niet zo goed kunnen voelen. Ik zal zelf niet snel aan de bel trekken. Ik geloof dat ik twee of drie keer in mijn leven op het punt heb gestaan. Dat waren periodes dat ik alleen maar een beetje naar de vloer kon staren, dat er echt niks meer bij me te halen was. Maar zelfs dan vond ik het erg moeilijk hulp te vragen.

Ik las dat jouw vader ook vasculaire dementie had.
Vasculaire dementie, of misschien was het Korsakov. Het was niet helemaal duidelijk bij hem. Maar ik herken heel goed wat we maken. Ik weet wat het is om mantelzorger te zijn. Ik ken de discussie over het iemand zo lang mogelijk thuis laten wonen. Ik weet nog dat toen we mijn vader lieten opnemen, het was alsof we hem gingen opsluiten, dat we hem zijn leven afnamen. Hij was er toen wel al een stukje slechter aan toe dan Babs in de serie. Maar dan nog was het verschrikkelijk. Het gekke was dat hij het zelf eigenlijk fijn vond dat hij niet meer voor zichzelf hoefde te zorgen. Hij kon waar hij zat lekker een beetje in zijn dromerige wereld zijn en voor zijn gevoel kon hij nog steeds gewoon naar het café. Dat zei hij ook wel eens: ‘Ik kan hier alles bestellen en ze schrijven het gewoon op!’

En voordat hij naar het verzorgingstehuis ging, was je mantelzorger?
Samen met mijn vier (half)broers-en zussen hebben we een tijd voor hem gezorgd, ieder een vaste dag. Het ging geleidelijk bij mijn vader. Het was anders dan wat Loes vertelde over haar moeder. Toen we het eerste seizoen draaide, leefde haar moeder nog. Loes is iemand die heel positief is en overal de humor van inziet, maar soms zat ze er helemaal doorheen. Het was voor haar een opluchting toen haar moeder overleed. Bij mij was het anders. Bij mijn vader uitte de ziekte zich toch minder heftig. Ik vond het ook nog heel fijn om bij hem te zijn. Dan reed ik hem in zijn rolstoel naar buiten, zaten we samen in het zonnetje en keken naar de boten die voorbijkwamen. Mijn vader kon heel goed in het moment zijn, genieten van de kleine dingen. In de essentie bleef mijn vader de man die hij altijd geweest was. Bij Loes was dat anders, haar moeder veranderde, werd echt een ander, niet zo’n leuk mens. Het is een lelijke ziekte.

Lees verder in VARAgids 43 vanaf bladzijde 8

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

BNNVARA LogoWij zijn voor