1957, Baukje Borger met kinderen. Rechts Ine, links Hetty.
© Privébeeld
In aanloop naar het honderdjarig bestaan van de VARA vertellen trouwe abonnees van de VARAgids over het rode nest waarin ze zijn opgegroeid. Deel drie: Baukje Muizelaar-Borger (95) groeide op in een arbeiderswijk in Utrecht.
Baukje Muizelaar-Borger (95) groeide op in een arbeiderswijk in Utrecht. Om vier uur ’s nachts fietste haar vader naar de fabriek, na gewekt te zijn door moeder. ‘Ik heb het altijd prachtig gevonden dat mijn ouders het zo geregeld hadden.’
Baukje Muizelaar-Borger is, ondanks haar 95 jaren, nog scherp van geest en rap van de tongriem gesneden.* ‘Een Friese naam is dat: Baukje, met a-u,’ zegt ze met een blik op onze blocnote. Muizelaar-Borger ontvangt in een flat in Haarlem met uitzicht over de Hekslootpolder. Koffie op tafel, koekjes erbij. Dochter Ine (71) luistert mee. Zij was de VARAgids-abonnee die we belden en die het blad bleek te delen met haar moeder. Kwam ze dan uit zo’n klassiek rood nest, informeerden we. ‘Dat kun je wel zeggen,’ luidde het antwoord. En haar moeder ook. Die steekt probleemloos van wal, slechts enkele malen geholpen door dochter Ine.
*Mevrouw Baukje Muizelaar-Borger is een half jaar na afname van dit interview overleden.
Muizelaar-Borger groeide op in de jaren 30. Haar ouders waren Friezen, maar vestigden zich waar ze maar werk konden krijgen. Zodoende kwam hun enige dochter Baukje ter wereld in Duivendrecht, op 13 december 1928, maar groeide op in een arbeidersbuurt in de Utrechtse wijk Zuilen. Haar vader had een baan weten te krijgen bij de Haka-fabriek, waar onder meer koekjes werden gemaakt voor een coöperatie van kruidenierswinkels (die later zouden opgaan in supermarkt Co-Op). De fabriek lag aan het Merwedekanaal in Jutphaas, het tegenwoordige Nieuwegein. Dat was een flink stuk fietsen. ‘Hij moest heel vroeg beginnen,’ vertelt Muizelaar-Borger. ‘Mijn vader was stoker en moest kolen scheppen in het ketelhuis om de verwarming tijdig aan te krijgen. ‘s Avonds ging hij om een uur of negen naar bed. Mijn moeder hield de wacht en wekte hem om vier uur ’s nachts. Dan fietste hij naar de fabriek. Hij heeft er 25 jaar gewerkt. Ik heb het altijd prachtig gevonden dat mijn ouders het zo geregeld hadden.’
Dat heit en mem – de voertaal thuis was Fries – het socialisme aanhingen, viel haar als klein kind al op. ‘Veel mensen bij ons in de straat gingen naar een of andere kerk. Wij niet. Nou, als je niet naar de kerk ging, dan hoorde je dus bij de roden.’ Ook zat Muizelaar-Borger op een openbare lagere school, net zoals sommige, maar zeker niet alle kinderen uit de buurt. ‘Toch speelde iedereen met elkaar. Dat had daar geen invloed op.’
In huis klonk het geluid van de arbeidersomroep VARA. Muizelaar-Borger herinnert zich de dag waarop het gezin voor het eerst radio kreeg. ‘In een van de straten van onze buurt woonden meneer en mevrouw Van der Horst. Die kenden wij wel een beetje, maar niet heel goed. Totdat mijn vader hoorde dat meneer Van Der Horst een radio kon maken. Dat kostte geld, maar het was de goedkoopste manier, zo ging het verhaal.’ Niet veel later stapte meneer Van der Horst, met al zijn benodigdheden, het ouderlijk huis binnen. ‘Ik zal een jaar of vijf geweest zijn. Ik stond er met mijn neus bovenop. Het was zo’n apparaat met draden en van die grote spoelen. Heel buitengewoon en interessant. Het kwam in een hoek te staan die leeg en kaal was – nou, misschien stond er één leunstoel, maar die kon opzij. En toen meneer Van Der Horst naar huis ging, kwam er opeens geluid uit dat apparaat en hadden wij radio.’ Het toestel werd afgesteld op de frequentie die de VARA deelde met de AVRO. De KRO en de NCRV zaten op een andere zender, maar ‘daar stond bij ons de radio nóóit, maar dan ook nóóit op. Als je aan de knop draaide, hoorde je altijd de VARA.’
Via de arbeidersomroep kwam populaire muziek binnen, zoals van The Ramblers, het latere huisorkest van de VARA. Maar ook van de Duitse zanger Joseph Schmidt, die Muizelaar-Borger zag optreden op het VARA-zomerfeest van 1936. In het jaar waarin de omroep het tienjarig jubileum vierde, trokken meer dan honderdduizend sympathisanten naar sportpark Birkhoven in Amersfoort. ‘Al die Zuilense VARA-leden gingen op de fiets daarnaartoe. Het vond plaats op een groot veld, met een speciale kinderafdeling. Daar mocht ik niet heen. Mijn moeder was doodsbenauwd dat ik zou verdwalen en ze me niet meer terug kon vinden. Maar er was ook een podium en daar kon je de muzikanten zien die ik op de radio had leren kennen, zoals Schmidt. Hij kwam vanaf een speciaal plekje, want hij moest zijn stem beschermen tegen de wind en besmettingen. Aan dat zomerfeest heb ik de beste herinneringen. Het was heerlijk, prachtig, schitterend.’ Aan het einde van de dag fietste het gezin de 25 kilometer weer naar huis.
‘Is dit nog leuk, voor het VARA-museum?’ grapt dochter Ine. Ze houdt een troffeltje omhoog. ‘Dit kreeg je cadeau als je de bouw van de omroepstudio steunde.’ De VARA besloot in 1937 om de radiostudio aan de Heuvellaan in Hilversum, met het karakteristieke torentje met carillon (nu thuisbasis van het Muziekcentrum van de Omroep en onder meer het Metropole Orkest), uit te breiden. Om dat te bekostigen haalde de omroep 80.000 gulden op met de actie Bouw mee, Kameraad! Het troffeltje doet Ine denken aan haar grootouders: ‘De foto van de VARA-studio hing ook bij pake en beppe.’ Muizelaar-Borger: ‘Hing die niet in het trappenhuis?’
Zo rood als het gezin waarin ze opgroeide werd haar eigen gezin nooit. Haar inmiddels overleden echtgenoot Hains Muizelaar, met wie ze in 1951 trouwde en naar Haarlem verhuisde, stamde niet uit een specifiek nest. Toch bleef de band met de socialistische zuil sterk – al was het maar omdat haar man bij de spoorwegen werkte. Ine somt op: ‘We woonden in een gereformeerde wijk in Haarlem, maar waren niet christelijk. Met de verkiezingen hing er een poster van de PvdA voor het raam. We lazen Het Vrije Volk en we hadden de VARAgids. ’ En dan waren er altijd nog opa en oma, in Utrecht. Ine vertelt dat ze als kind weleens met haar grootvader meeging wanneer hij contributie ophaalde voor de vakbond. ‘Op bepaalde adressen woonden leden die nog een dubbeltje of kwartje moesten betalen,’ zegt Muizelaar-Borger. Ine: ‘Het was heel leuk, want pake maakte altijd gezellige praatjes met de mensen. En tegelijkertijd maakte hij reclame voor de VARA. Als hij de contributie inde, zei hij altijd iets als: “De VARA moet je hebben!”’
De VARA is in november 2025 een eeuw oud. Om dat te vieren, vertellen trouwe abonnees van de VARAgids over het rooie nest waarin ze zijn opgegroeid – twaalf maanden lang, steeds uit een andere provincie. Alle verhalen uit deze reeks op varagids.nl/100jaar
Dit artikel komt uit VARAgids 2, 2025.
Meer over:
varagidsOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief