© ANP
In de onregelmatig verschijnende rubriek Gedane zaken: Thomas Acda (Amsterdam, 1967). Hij behoort al jaren tot de succesvolste zangers van Nederland. Als acteur won hij ooit één prijs, maar hij speelde in vele films en series.
Richting Engeland (1992)
Eerst zat ik op de Toneelschool, pas later ging ik naar de Kleinkunstacademie, die in hetzelfde gebouw zat in Amsterdam. Het kwam regelmatig voor dat leerlingen van de Toneelschool gevraagd werden voor hele kleine filmrollen, noem het ‘vulling’. In deze film had ik een heel klein rolletje, fietsend met klasgenoten. Maike Meijer speelde de hoofdrol, die vonden wij allemaal prachtig. We zijn ook nog een dag in Zeeland geweest voor een begrafenisscène, fantastisch mooi weer was het toen. De hele dag niks doen en vijfentwintig gulden verdienen. De Toneelschool vond ik vreselijk. Ik begreep gewoon niet wat de bedoeling was. Daarvoor was spelen altijd leuk, nu was het ineens ingewikkeld. Ik speelde in Macbeth, en moest binnenkomen met allemaal ketchup aan mijn handen en de zin uitspreken: ‘Ik heb de daad gedaan’. In platAmsterdams, want dat sprak ik toen. Iedereen lachen. De zaal zat vol, het sprak zich rond dat ik zo grappig was. Maar ik bedoelde het niet grappig! Drie maanden lang ben ik niet verder gekomen dan die zin. Altijd ruzie met een van de acteerdocenten. Uiteindelijk heeft Ruut Weissman, indertijd directeur van de Kleinkunstacademie, me overgehaald om te wisselen van opleiding
All stars (1996)
Te zien op Videoland
Ik had al eens auditie gedaan voor regisseur Jean van de Velde, die De kleine blonde dood ging verfilmen. Die hoofdrol kreeg Antonie Kamerling toen. Antonie had veel meer vlieguren gemaakt, bij Goede tijden, slechte tijden. Ik was tweede geworden, zei Jean, ‘maar dat zul je wel vaker te horen krijgen in je leven’. Jean zei ook: ‘Ga acteren, ga naar school!’ Bij All stars kwam ik voor de rol van Mark, die naar Peter Paul Muller ging. Hij kon alleen niet blijven voor verdere audities. Dus heb ik als Mark de audities gedaan met Isa Hoes, Ricky Koole en al die andere meiden die al beroemd waren toen. Ik kreeg de rol van Willem, de keeper. Het was een geweldige rol, en Jean is de beste regisseur die je kunt hebben als je je eerste echte film maakt. Het was altijd feest. We zijn nu weer bezig met een film. Ik weet nog, voor de serie All stars, dat ik van het voetbalteam 21 Viagra-pillen had gekregen. Er was iets misgegaan in de kleedkamer, dat was de grap. In het script stond dat ik als Willem uit mijn doel naar de andere kant van het veld zou rennen, me ondertussen uitkledend. Dat ik dan een penalty zou nemen, raak zou schieten, over een sloot zou springen en een koe zou knuffelen. ‘Kijk’, zei Jean, ‘ik heb twee camera’s. Als je het vol overgave goed doet, hoeft het maar één keer.’ De andere acteurs hadden het script niet goed gelezen, die waren verbaasd dat ik me ging uitkleden. Ik ram inderdaad die penalty in de kruising, en ren naar de sloot. Ik zag: die sloot is te breed, dat haal ik niet. Maar ik wilde het echt maar één keer doen. Met veel kracht en mazzel haalde ik toch de overkant. En daar stond die koe. Die zijn heel, heel warm, wist je dat? En koeien vinden het heerlijk om geknuffeld te worden. Het hoefde niet over, dit was een one-taker.
In voor- en tegenspoed (1995-1997)
Zoveel geleerd van Rijk de Gooijer bij het maken van deze serie. Op een dag had ik een soort van kleine monoloog, twaalf zinnen. Ik helemaal blij. Dus we zitten op de set, ik spreek de eerste zin uit, en dat gaat niet goed. Rijk valt van zijn kruk af. De regisseur komt binnen, bezorgd, Rijk zegt, nee, niks aan de hand. Tegen mij zegt hij, doe het maar rustiger. Niet alle twaalf zinnen binnen één seconde. Dus ik doe dat, valt Rijk wéér van zijn kruk af. De regisseur stormt weer binnen, zegt Rijk: ‘Ik weet niet wat het is met die kruk hoor.’ Regisseur weerweg, Rijk zegt: ‘De helft. Kies zes zinnen.’ Dus ik doe de helft van mijn tekst. En dat ging heel goed. ‘Leuk gedaan jochie’, zegt Rijk.
Lek (2000)
Met Cas Jansen, die de hoofdrol speelde, stond ik op de set. Een auto tussen ons in, we stonden een beetje te kletsen. En ineens snap ik de titel. ‘Wacht even. Ik ben het lek!’ Dus ik sla hard op het dak van die auto. Maar ik ben gezenderd, die klap van mij knalt door de koptelefoon van regisseur Jean van de Velde. Hij schrok zich rot. Komt Jean naar me toe, zo van: wat is er? Ik zeg: ‘Ik ben het lek!’ ‘Nou,’ zegt Jean, ‘als de mensen in de bioscoop er op dit punt ook achter komen, dan zitten we geramd.
Lees verder in VARAgids 39. Vanaf dinsdag 23 september 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief