© Anita Sassen
Strafrechtadvocaten Klaartje Freeke en Wikke Monster pleiten in de documentaire Vergeven of vergelden voor een andere benadering van het strafrecht, waarin de mens weer centraal komt te staan.
Wikke Monster en Klaartje Freeke zijn geen doorsnee advocaten. Ze houden geen kantoor in een statig grachtenpand met marmeren vloeren en eikenhouten bureaus, maar in een vrolijk rommelig bedrijfspand tegenover een autogarage in Amsterdam-Noord. Op de met vloerbedekking bedekte vloer, onder de verwarming, liggen een tiental dossiers die nog behandeld moeten worden. ‘Ik word zo moe als ik zie wat ik allemaal nog moet doen,’ verzucht Monster in de documentaire Vergeven of vergelden van Anneloor van Heemstra als ze naar de stapels paperassen kijkt.
Het onconventionele kantoor staat symbool voor de onconventionele wijze waarop Monster en Freeke naar het strafrecht kijken. Toen zij in 2014 samen een advocatenkantoor begonnen, deden ze dat vanuit de overtuiging dat het anders zou moeten in het recht: de menselijkheid zou weer centraal moeten staan. Monster legt vanuit haar kantoor uit wat haar drijfveer is geweest om advocaat te worden. ‘Ik zie deze planeet als een onherbergzame plek,’ zegt ze. ‘In het strafrecht zit je daar middenin: je staat oog in oog met het kwaad, om het even heel dramatisch te zeggen. Dat kan klein kwaad zijn – oplichting kan een mens ontzettend ontwrichten – maar ook groot leed, zoals een overval, verkrachting of moord. Ik vind het onverdraaglijk dat we als mensheid wel naar de maan kunnen vliegen, maar dat het ons niet lukt om op een verstandige, maar ook menselijke manier met dat kwaad om te gaan. Wat me in het strafrecht enorm tegenstaat zijn de kortzichtige straffen. Ik ben niet per se tegen straffen, een straf kan absoluut ook een functie hebben, maar straffen alléén lost uiteindelijk niets op. Dat klinkt als een cliché, net als dat de gevangenis de beste school is voor criminaliteit, maar het is wel waar. Als we als maatschappij wat meer moeite zouden doen om ons in de ander te verplaatsen, om te kijken wat zijn of haar kant van het verhaal is, dan zouden veel zaken op een eenvoudige manier kunnen worden opgelost. Slachtoffers en daders zouden altijd gestimuleerd moeten worden om met elkaar in gesprek te gaan, uiteraard onder begeleiding van een mediator. Ze zouden zelfs gezamenlijk een straf kunnen bepalen. Ik geloof in gerechtigheid door middel van herstel in plaats van vergelding.’
Een voorbeeld dat in de documentaire naar voren komt, is de zaak van de tandpastaman, meneer Koopman. Iemand die volgens het dossier van de reclassering ‘verslagen is door het leven’. Kernwoorden: tragische jeugd, problemen, verslaving. In de rechtszaal zit een magere zestiger met twee wijd opengesperde, helderblauwe ogen, die door de bolle brillenglazen nog groter lijken dan ze al zijn, weggedoken in zijn zwart leren vliegeniersjas, beducht voor wat de officier van justitie tegen hem gaat eisen. Hij staat terecht omdat hij voor de zoveelste keer een groot aantal tubes tandpasta heeft weggenomen uit een supermarkt. De ene keer heeft hij ze teruggebracht, de andere keer heeft hij ze weggegooid, maar alle andere keren is hij gepakt. Wat moet hij met die tandpasta? Hij weet het zelf ook niet precies. Het lijkt een manier om aandacht van de instanties te trekken. De officier van justitie eist vijf dagen gevangenisstraf. Monster in haar verweer: ‘Meneer Koopman, hoe kunnen we u helpen om dit te stoppen? Ik denk dat we daar niet al te optimistisch over moeten zijn, dat we er realistisch in moeten zijn dat het een ontzettend weerbarstig probleem is waar we naar kijken. Als we ook maar een blik werpen op het leven van deze meneer, dan is dat zo’n bodemloos verdriet dat daarachter schuilgaat.’
Monster legt in de documentaire uit dat ze altijd naar de mens achter de daad kijkt en ook zijn of haar (vaak moeilijke) jeugd daarin meeweegt. ‘Niet om iets te vergoelijken, maar het leven kan echt meedogenloos zijn en in het strafrecht kom je toch vaak mensen tegen die vooral met die meedogenloosheid oog in oog hebben gestaan.’ Ze legt uit dat zo’n achtergrondverhaal ook bij kan dragen aan het helingsproces van de slachtoffers. ‘Toen wij tien jaar geleden met ons kantoor begonnen, zeiden we tegen elkaar: eigenlijk zou er een SIRE-campagne moeten komen voor vergeving. Vergeven is niet enkel voorbehouden aan heiligen en helden; vergeven kun je leren. We weten dat je beter niet kunt roken, dat je moet sporten en gezond moet eten om fit te blijven, maar vergeving hoort ook bij een gezonde levensstijl. Herstelbemiddeling helpt slachtoffers bij het verwerken van een delict en het herstel van de schade. Voor daders kan een gesprek met een slachtoffer ook een vorm van herstel zijn, omdat het vaak zelfs leidt tot minder recidive. Het mes snijdt dus aan beide kanten. Ons strafrechtsysteem besteedt helaas geen aandacht aan vergeving, maar is vooral gericht op vergelding. Ik mis de wijsheid van oude culturen, waarin een conflict werd opgelost door middel van mediation, vaak door dorpsoudsten die in gesprek gingen met daders en slachtoffers om de verhoudingen weer te herstellen. Hier bepaalt de overheid wat er met de daders moet gebeuren, terwijl je daar ook een gesprek over zou kunnen hebben met degenen om wie het gaat: de dader en het slachtoffer. Wat vinden zij een passende straf? Als een dader zich gehoord voelt, is hij veel sneller bereid een straf te aanvaarden, terwijl erkenning voor het slachtoffer vaak belangrijker is dan schadevergoeding.’
Lees verder in VARAgids 18. Vanaf dinsdag 29 april 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief