© Netflix
Het ontbreekt in bij vlagen vrolijke documentaire over bekende influencer vooral aan gefundeerde kritiek.
Een trucje dat ‘documentairemakers’ vandaag de dag hanteren is dat ze het onderwerp van hun film eerst met fluwelen handschoenen aanpakken, om vervolgens tegen het einde van de film de kijker te confronteren met de realiteit. Precies dat doet Joe Pearlman (Robbie Williams) in Untold: The Liver King. En dat is bijzonder kwalijk.
De film begint met vrolijke beelden van een bloemenlandschap waarin een gespierde man via touwen die zijn gebonden aan zijn lijf een truck vooruit trekt. Even later verschijnt de achterkant van het voertuig in beeld, met twee duwende mannen. Untold: The Liver King draait om Brian Johnson, aka de Liver King. Een influencer die beweert dat je met het eten van orgaanvlees en een uitvoerig trainingsprogramma net zo gespierd kan worden als hij.
© Netflix
Maar, zoals het beeld uit de openingsscène al suggereert, Johnson blijkt een charlatan – en de duwende mannen zijn een metafoor voor de steroïden, de hulpmiddelen, die Johnson gebruikt. Pearlman giet dit alles niettemin in een luchtige mal. Tot aan de laatste minuten van zijn film geeft hij Johnson ruim baan om zijn levensvisie, iets met een arbitraire negen geboden, uiteen te zetten. De Liver King introduceert ook zijn kinderen, die het normaal vinden om dagelijks rauwe rundertestikels te eten.
© Netflix
Een lucide kijker zal al snel tot de conclusie komen dat Johnson, die vanaf zijn jongere jaren graag John Rambo wil zijn, lijdt aan waanbeelden. Hij is, zoals een commentator aan het einde verkondigt, ‘in zijn eigen leugens gaan geloven’. Daar zou Untold: The Liver King om moeten draaien. In plaats daarvan spiegelt Pearlman de kijker een lichtzinnig rariteitenkabinet voor. Sensatie verkoopt.
Untold: The Liver King, vanaf dinsdag 13 mei 2025 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief