Aantal gewone padden en de bruine kikkers gaat achteruit in Nederland

De gewone pad en de bruine kikker gaan in aantal in Nederland hard achteruit. Dat is zorgelijk volgens kennisorganisatie RAVON, want eigenlijk zijn het heel algemeen voorkomende soorten die weinig eisen stellen aan hun omgeving. Ook de levendbarende hagedis, een veel in Nederland voorkomend reptiel, heeft het moeilijk door verdroging en hogere temperaturen. Van deze soort is bij de Biesbosch in Noord-Brabant wel een nieuwe vestigingsplaats gevonden, blijkt uit de balans die RAVON jaarlijks opmaakt.

Volgens RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) hadden deskundigen niet verwacht dat de gewone pad en de bruine kikker zo achteruit waren gegaan. De soorten zijn zo algemeen dat ze ook buiten beschermde natuurgebieden goed kunnen leven. Maar de basiskwaliteit van de natuur gaat achteruit, constateert RAVON. Het leefgebied van de amfibieën versnippert en de dieren lijden onder stikstofuitstoot, droogte, opmars van soorten die niet in Nederland thuishoren en gebrek aan insecten.

In Limburg zijn in het afgelopen jaar 23 soorten amfibieën, reptielen en vissen geteld en daarmee spant die provincie de kroon. De geelbuikvuurpad, de vroedmeesterpad, de vuursalamander en de muurhagedis komen alleen in Limburg voor. Ook Drenthe, Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant zijn soortenrijk. Noord- en Zuid-Holland zijn belangrijk voor de rugstreeppad. Flevoland staat onderaan met maar zeven soorten.

De vrijwillige tellers die gegevens voor de balans leveren, hebben in Noord-Brabant dit jaar drie opvallende ontdekkingen gedaan. Zo is daar ten westen van de lijn Alphen-Dongen een flinke populatie hazelwormen gevonden, terwijl die soort sinds 1915 maar 81 keer was gezien. Op de heide bij Zundert bleken gladde slangen te zitten, die nooit eerder waren ontdekt. Ook van de levendbarende hagedis is een nieuwe populatie ontdekt, op ruime afstand van de al bekende leefgebieden.

Bron: ANP