© Pexels
In twee gebieden in de Stille Oceaan waar de Verenigde staten willen beginnen met diepzeemijnbouw, komen volgens onderzoekers walvissen en dolfijnen voor. Onder andere potvissen zijn er gesignaleerd, een soort die op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten staat.
Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Exeter en Greenpeace Research Laboratories vanaf het schip Arctic Sunrise van Greenpeace International. Ze bestudeerden twee exploratieblokken van het Amerikaanse bedrijf dat er wil mijnen: The Metals Company.
“We wisten al dat de Clarion-Clipperton Zone de thuisbasis is van ten minste 20 soorten walvisachtigen", aldus hoofdonderzoeker Dr. Kirsten Young. "Maar we hebben nu de aanwezigheid van een aantal van deze soorten aangetoond in twee gebieden die specifiek zijn geoormerkt voor diepzeemijnbouw door The Metals Company.”
Nadat president Trump in april 2025 een presidentieel decreet voor diepzeemijnbouw tekende, diende The Metals Company bij de Amerikaanse overheid een vergunningaanvraag in om de internationale zeebodem in de Clarion-Clipperton Zone commercieel te ontginnen. The Metals Company is een partner van het Zwitsers-Nederlandse bedrijf Allseas. Naar verluidt heeft de vergunningaanvraag betrekking op het NORI-d gebied. Deze stap omzeilt en ondermijnt de International Seabed Authority (ISA) en krijgt dan ook wereldwijd veel kritiek.
Wetenschappers hebben eerder gewaarschuwd voor “langdurige, onomkeerbare” gevolgen van diepzeemijnbouw voor de regio. Het is bekend dat walvisachtigen worden beïnvloed door geluidsoverlast veroorzaakt door mensen. Ook het aanzienlijk lawaai dat diepzeemijnbouw, zou de dieren ernstig kunnen verstoren. Ook zouden deze activiteiten sedimentpluimen veroorzaken, die een verdere impact kunnen hebben op walvispopulaties door het verstoren van voedselsystemen in de diepzee.
“Hoewel er meer onderzoek nodig is om een volledig beeld te krijgen van de invloed van het geluid en de sedimentpluimen op walvisachtigen, is het duidelijk dat diepzeemijnbouw een negatieve invloed zal hebben op oceaanecosystemen in gebieden ver op zee, waar monitoring bijzonder moeilijk is”, aldus Young.
Het onderzoek biedt een momentopname van 13 dagen van de activiteit van walvisachtigen in de twee gebieden waar diepzeemijnbouw mogelijk zal plaatsvinden. Met behulp van hydrofoons bevestigde het onderzoeksteam 74 akoestische waarnemingen van walvisachtigen. Hieronder bevonden zich een potvis, grijze dolfijnen en gewone dolfijnen.
Sascha Landshoff, oceanencampaigner Greenpeace Nederland, zegt: "Het feit dat bedreigde walvissen juist in deze gebieden leven, zegt eigenlijk alles: diepzeemijnbouw brengt enorme risico’s met zich mee voor soorten die onze bescherming hard nodig hebben. De enige verstandige handelwijze voor regeringen tijdens de vergadering van de ISA volgende maand is het bereiken van overeenstemming over een wereldwijd tijdelijk verbod."
De roep om een tijdelijk verbod op diepzeemijnbouw groeide tijdens de recente Oceaanconferentie van de VN in Nice. Vier nieuwe landen sloten zich aan bij de groep die een tijdelijk verbod steunt, waarmee het totaal op 37 komt. Het momentum tegen diepzeemijnbouw zal nu worden voortgezet tijdens de ISA-bijeenkomsten in juli.
Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Marine Science.
Bron: Greenpeace
Thema's: