Wezel
© jansweijer
Het kleinste roofzoogdier ter wereld komt gewoon in Nederland voor. Het is de wezel. Met een lengte van maximaal 23 cm lijkt het dier wel wat op een slanke muis. In de volksmond wordt de wezel dan ook de muishond genoemd, of de ‘rennende sigaar’. Bioloog Edo van Uchelen is enorm gefascineerd door deze en andere kleine marters en schreef er een boek over.
Officieel worden bunzing, hermelijn en wezel gerekend tot de kleine marterachtigen. Ze zijn flink kleiner dan bijvoorbeeld de steenmarter en de boommarter. Laat staan soorten als de otter en de das, die ook tot deze ‘familie’ behoren. Van Uchelen heeft het liever over ‘kleine roofdieren’. Vooral omdat veel mensen bij het woord ‘marter’ denken aan de steenmarter. Dat is een soort, die op veel plekken in Nederland als een plaagdier wordt gezien. Steenmarters kunnen behoorlijke schade aanrichten aan auto’s, doordat ze knagen aan kabels in de motorruimte. Of in huizen, waar ze ook voor stank en schade kunnen zorgen.
© RollinVerlinde
Bunzing, hermelijn en wezel zijn geen knuffelzoogdieren, laat Van Uchelen zien. Ze worden gezien als ‘nuttig’ omdat hun menu voor een groot deel bestaat uit ratten en muizen. Maar ze pakken ook wel eens een kip of weidevogel, tot afgrijzen van pluimveehouders en weidevogelbeschermers. Tot 1994 mocht er op bunzing en hermelijn worden gejaagd. Inmiddels zijn ze in een groot deel van ons land beschermd. En dat is nodig ook, want het gaat niet goed met de kleine marterachtigen.
De hermelijn is nauw verwant aan de wezel, de soorten lijken sterk op elkaar. Beide hebben een nootbruine boven- kant en witte onderkant. De hermelijn is groter dan de wezel, en heeft een lange bruinbehaarde staart met een zwarte punt. De bekendste hermelijn van Nederland is het exemplaar dat is verwerkt in de Koningsmantel, die in de kledingkast hangt van Willem-Alexander. Bij de kroning en inhuldiging van 2013 droeg de Koning deze mantel. Het is afgezet en gevoerd met wit hermelijnenbont.
Hermelijnen verharen in het voorjaar en najaar en bij een groot deel van de dieren zijn de winterharen wit. Het dier ziet er in het wit zo anders uit dan in zijn zomervacht. In Engeland worden de witte exemplaren zelfs anders genoemd ('ermine' in plaats van 'stoat').
© In de winter worden hermelijnen bijna helemaal wit. Alleen op hun staart blijven ze hun opvallende zwarte punt behouden. Fotograaf: bonteklepper.
Titel: Bunzing, hermelijn en wezel
Auteur: Edo van Uchelen
Uitgeverij: KNNV
Verschijnt in de week van 4 oktober
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.