Geelbandlangsprietmot
© JancoGrave
Jonge spechten op een voederplank, een parelmoervlinder, een bosrietzanger die een wedstrijdje imiteren doet met een ijverige spotvogel, bloeiend groot kaasjeskruid, honderden geelbandlangsprietmotten, jonge huismussen, en heel veel kleine vossen. Deze waarnemingen zijn zondag te horen op de Vroege Vogels fenolijn (het nummer is 035-6711338).
Marja Lodewijk uit het Zeeuwse Renesse: ‘Ik heb de eerste oranje zwart-gestreepte rupsen van de Jacobsvlinder gezien. Ze waren al heel dik, dus ze waren al een poosje aan het eten denk ik. Het jacobskruiskruid is een gele plant die hoort bij het Nederlandse landschap en door veel insecten wordt bestoven. Om zichzelf te verdedigen, maakt de plant gif aan. Dat beschermt de plant tegen vraat, maar is gevaarlijk voor koeien en paarden wanneer die de plant in hun hooi krijgen. Een van de weinige soorten die het jacobskruiskruid kan temmen, is de rups van de sint-jacobsvlinder: de oranje-zwarte zebrarups. Deze rups gebruikt de alkaloïden, de giftige stoffen, voor zijn eigen afweer. Sterker nog, hij eet het liefst van de bloemen omdat daar de meeste alkaloïden in zitten, daar zitten namelijk ook nog eens veel nutriënten in.
Meri: ‘Tijdens een wandeling door Warnsborn bij Arnhem zag ik 5 jonge boommarters die een beetje aan het spelen waren. Toen ze mij in de gaten hadden kwam moeder naar beneden en sleepten ze een voor een naar bomen, in het nest’. Boommarters zijn kleine roofdieren met ongeveer de grootte van een huiskat. De slanke zoogdieren kunnen zich snel en behendig voortbewegen in de bomen. De grote staart helpt daarbij om hun evenwicht te houden. In Nederland komen er twee soorten marters voor: de boommarter en de steenmarter. Beide soorten lijken sterk op elkaar, al zijn ze uiterlijk toch van elkaar te onderscheiden. Zo heeft een volwassen boommarter bijvoorbeeld meestal een gele bef, het stukje vacht onder de kop, en de steenmarter een witte. Toch zijn er ook boommarters met een witachtige bef en omgekeerd. Ook de positie van de oren, kleur van de neusdop en ondervacht verschillen bij beide soorten.
Wil je zelf een eersteling of laatsteling doorgeven, of een hele bijzondere waarneming spreek dan de Vroege Vogels fenolijn in (het nummer is 035-6711338). Dat kan ook via whatsapp.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.