dr. Portielje in zijn eerste AVRO televisie-uitzending
© Wikimedia commons
Frits Portielje (1886-1965) werkte van 1906 tot 1953 bij de Amsterdamse dierentuin Artis. Hij werd nationaal bekend door zijn lezingen, radiopraatjes en Verkade-albums over Artis en het dierenleven. Portielje wordt gezien als een van de grondleggers van de dierpsychologie in Nederland.
Portielje begon zijn carrière als directeurs-assistent in Artis. Zijn droom kwam uit, want als kind was hij alleen maar met natuur bezig. De geboren Amsterdammer kocht wekelijks nieuwe planten op de bloemenmarkt voor zijn terraria, maar koos niet voor de biologie als vakgebied. Beroemde plantkundige Hugo de Vries had de jonge enthousiasteling namelijk verteld dat biologie een luxevak was, waarin geen werk te vinden zou zijn. Portielje werd journalist en schreef in die hoedanigheid veel over dieren. Hij greep zijn kans toen hij in Artis mocht beginnen als assistent van de directeur.
Job van Tol is dierverzorger in Artis en groot bewonderaar van Portielje: "Zijn taak was om zoveel mogelijk te weten te komen over het gedrag van dieren. Waar in het 19e eeuwse Artis de dierwetenschappen zich vooral bezighielden met anatomie en ordening, was er vanuit het park een sterke behoefte om de dieren die er leefden beter te leren kennen. Vooral om daar hun verzorging op aan te kunnen passen en het dierenwelzijn te vergroten."
Sumatraanse oerang-oetan
© Gert Elbertsen
"Portielje ging voortvarend te werk", legt van Tol uit. "Dagelijks kon je hem met een opschrijfboekje ergens in het park aantreffen. Daar schreef hij bijvoorbeeld minutieus op welke methoden een orang-oetan gebruikte om een kokosnoot open te krijgen, of analyseerde hij het 'wormtrappelen' dat hij aantrof bij wilde zilvermeeuwen." In de tijd van Portielje was de studie naar diergedrag overigens nog geen officiële wetenschapsdiscipline. "De methoden van Portielje zijn baanbrekend gebleken, en inspireerde onder andere Niko Tinbergen, de grondlegger van de ethologie", aldus van Tol.
Tegenwoordig onderzoekt Artis-hoogleraar Cognitieve gedragsecologie Karline Janmaat jaarlijks met zo’n 50 studenten in het park diercognitie: "Ik zet het werk van Portielje als het ware voort. Hij heeft bijvoorbeeld waargenomen dat mensapen met hun ogen rollen als ze iets heel lekkers eten. Daar laat ik mijn studenten nu ook naar kijken bij hun onderzoek naar het eetgedrag van mensapen."
© Fotograaf: MMGhita
Toen in 1905 Natuurmonumenten in Artis werd opgericht en het Naardermeer werd aangekocht kreeg Portielje de opdracht om die nieuw gewaardeerde ‘heemnatuur’ ook aanschouwelijk te maken voor bezoekers in het park. Hij ontwierp het ‘vogelpoeltje’, vol rietkragen die rechtstreeks uit Naardermeer kwamen. Hierin werden vogels als lepelaar en roerdomp gezet, zodat het publiek ook inheemse natuur in Artis kon bekijken.
Portielje deed ook onderzoek naar roerdompen. Het viel hem op dat roerdompen wanneer ze pikten altijd richting de ogen mikten. Was dit toeval of opzet? Bij dat laatste zou de roerdomp niet alleen vanuit instinct reageren maar wellicht opzettelijk voor het zwakste deel van de opponent kiezen. Hij onderzocht dit door zichzelf te laten verdwijnen onder een tafelkleed en afwisselend verschillende kartonnen ‘gezichten’ voor te houden. De ene keer met ogen, de andere keer zonder, of met ogen op een andere plaats. Met dit onderzoek, waarin hij vereenvoudigde modellen gebruikte, was Portielje zijn tijd ver vooruit. De resultaten van zulk onderzoek zette hij om in artikelen voor De Levende natuur en lezingen met lichtbeelden die hij door het hele land gaf.
Portieljes grootste talent was de kunst van het vertellen. Naast lezingen door het hele land gaf hij urenlange rondleidingen door Artis. Hij maakte een film van het park en betrad zo ook de wereld van de media. Tussen 1925 en 1950 behandelde hij één keer per week een dier op de radio. Op de voetbaluitslagen na was dit het best beluisterde radio-onderdeel van Nederland. Waar Heimans en Thijsse heel Nederland kennis lieten maken met de schoonheid van de natuur in eigen land, deed Portielje dat door de natuur van verder weg dichtbij te brengen en inzichtelijk te maken.
Hij maakte het de Nederlander mogelijk om dieren beter te leren kennen, door diergedrag gedrag te duiden. Zijn onderzoek, gebundeld in het boek 'Dieren zien en leeren kennen', zorgde ervoor dat er niet langer een harde lijn getrokken kon worden tussen mens en dier, en dat dieren niet langer als primitief konden worden gezien. Ook leverde zijn onderzoekswerk hem een eredoctoraat op, en waardering en liefde door het hele land.
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.