"Deze haas eet een graantje mee", schrijft filmer Rian Willemen. Het dier zit aan de rand van een tarweveld in de Biesbosch te Werkendam rustig te eten. De haas lijkt niet in de gaten te hebben dat iemand hem filmt.
Hazen zijn echte planteneters. Ze eten vooral grassen, granen, onkruiden en akkergewassen zoals graan, klaver, aardappelen en maïs. In de winter bestaat hun voedsel voornamelijk uit gras, terwijl ze in de zomer eerder voor kruiden kiezen. Hoewel dit exemplaar lijkt te genieten van de granen, gaat hun voorkeur toch eerder naar wilde kruiden en grassen dan naar cultuurgewassen.
Door hun eetgedrag worden de dieren soms gerekend tot de 'kleine grazers' omdat ze veel invloed hebben op de vegetatie. Door de manier waarop ze eten, worden hazen en konijnen vaak ten onrechte bestempeld als knaagdieren. Echter behoren ze tot de haasachtigen of dubbeltandigen. Het grote verschil met een knaagdier is dat haasachtigen een paar stifttanden hebben achter hun bovenste snijtanden. Knaagdieren hebben dat niet. Ook hebben ze een gespleten bovenlip.
Hoewel hazen vaak op Nederlandse weilanden gezien worden, gaat het niet zo goed met de soort. In 2020 werd de soort, samen met het konijn, opgenomen op de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren. Sinds 1950 is het aantal hazen in Nederland met 50 procent afgenomen. Dat is zorgwekkend, zeker omdat de haas met z’n gevarieerde dieet en beperkte noden voor broedplekken geen veeleisende soort is.
Een van de oorzaken van deze achteruitgang is de intensivering van de landbouw. Zowel hier als in de rest van Europa, zijn boeren steeds vaker gedwongen groter, sneller en efficiënter te produceren. Daardoor worden er meer chemische middelen gebruikt en zijn de weilanden vaak uitsluitend ingezaaid met Engels raaigras. Hoewel dit een gras is dat hazen graag eten vanwege de vele eiwitten, hebben ze meer variatie nodig in hun dieet om spijsverteringsproblemen te voorkomen.
Daarnaast zijn er ook minder schuilplekken voor de dieren doordat het landschap eentoniger wordt. Vroeger boden houtwallen, bosjes en ruige veldranden niet alleen voedsel, maar ook beschutting tegen roofdieren. En ook het maaibeleid speelt een rol, want veel boeren maaien al in het vroege voorjaar op het moment dat hazen hun jongen krijgen die nog niet snel genoeg zijn om weg te vluchten.
Gelukkig nemen veel weidevogelboeren maatregelen waar ook de haas profijt van heeft. Het late maaien om weidevogels te beschermen bijvoorbeeld, is ook gunstig voor de haas. En ook de rijke variatie aan bloemen en kruiden is goed voor hun dieet.
Daarnaast werken de haas en weidevogels goed samen. Als een roofvogel of vos nadert, slaan zij luid alarm en daar doen ook de hazen hun voordeel mee. Ze zijn dus goede buren in landschappen waar biodiversiteit ruimte krijgt.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.