Vrijwel over de hele lengte vormt de beek de Reest de grens van de provincies Drenthe en Overijssel. Anders dan de meeste beekdalen in Drenthe is deze beek ontsnapt aan de kanalisering in de jaren ‘60 en ‘70. Dit komt door haar ligging op de grens van de twee provincies. De beek vormde een soort niemands dal, en de twee provincies werden het maar niet eens over het rechttrekken van de beek, dus bleef het Reestdal meanderen.
Het Reestdal ziet er in grote delen nog net zo uit als honderd jaar geleden. Het is een kleinschalig cultuurlandschap met landhuizen, boerderijen, kleinschaligheid en langs de beek prachtige hooilandjes.
Kloosterlingen hebben dit gebied tot boerenland gemaakt. Vooral benedenstroomsbleek de grond zeer vruchtbaar te zijn. Hier overstroomden de hooilandjes jaarlijks en zorgden voor vruchtbare bodem. Toen de kloosterlingen uiteindelijk vertrokken profiteerden daar later ook boeren van.
Je kon de hooilanden vlak naast de Reest niet een keer maar meerdere keren per jaar hooien. Dat betekende dat ze meer koeien hadden, meer melk en uiteindelijk ook meer vlees. De meer welgestelde boeren zaten dus meer benedenstrooms.
Bovenstroomskwamen ook boerderijen voor, maar meer arme keuterboertjes. Dit had te maken met de ondergrond die hier anders was. Hier was meer hoogveen, meer arme zandgrond en dus minder vruchtbare bodem. Op de dekzandkoppen waren de akkertjes, op de flank van die dekzandkoppen bouwden ze een boerderij en in het dal waren de hooilandjes. De boerderijen in die deel van het Reestdal waren een stuk kleiner, men was hier duidelijk minder welvarend. Ook dit zie je nog terug in de boerderijen en landhuizen die langzaamaan steeds groter worden naarmate je de Reest afgaat.
Kijk zaterdag 12 augustus 2023 naar de uitzending over het Reestdal om 19.15 uur op NPO 2!
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.