Er groeien 247 soorten korstmossen op de Veluwse begraafplaatsen. Dat is meer dan een derde van het totaal aantal soorten dat in Nederland voorkomt. Korstmossen die op begraafplaatsen voorkomen, kunnen ingedeeld worden in drie groepen: steenbewoners, schorsbewoners en grondbewoners. De meeste steenbewoners komen voor op begraafplaatsen met veel verschillende soorten oude grafstenen. Op graniet en kalksteen groeien bijvoorbeeld tientallen soorten korstmossen. De Zwarte grafkorst (Placynthium nigrum; Rode Lijst: Kwetsbaar) komt alleen voor op oude kalkstenen graven, terwijl het Granietschildmos (Xanthoparmelia conspersa; Rode Lijst: Kwetsbaar) alleen op graniet of andere soorten zure steen groeit. Op vrijstaande bomen op begraafplaatsen groeien veel schorsbewoners. Op de grond tussen graven groeien vaak bekermossen, heidestaartjes en leermossen. De voorwaarde is dan wel dat de grond voedselarm en niet te veel verstoord is.
Ideale plek voor korstmos
Begraafplaatsen zijn dus belangrijke groeiplaatsen voor Nederlandse korstmossen. De meest korstmosrijke begraafplaatsen worden gekenmerkt door een variatie aan oude grafstenen, vrijstaande, goed belichte bomen en een voedselarme bodem.
Foto: Henk-Jan van der Kolk
Meer informatie over korstmossen op begraafplaatsen is te lezen op de website van de
BLWG