Importsoja voor veestapel met 15 procent gestegen

De import van soja voor de Nederlandse veestapel is het afgelopen jaar met 15 procent toegenomen. De Nederlandse veevoersector en supermarkten maken daarmee hun belofte niet waar dat ze de import juist zouden beperken. Dat blijkt uit een studie van agrarisch onderzoeksinstituut Alterra in opdracht van Milieudefensie. Voor het verbouwen van de importsoja wordt op grote schaal oerwoud gekapt in Zuid-Amerika en worden lokale boeren van hun land verjaagd.

De toename van het gebruik van importsoja in Nederland komt vooral door de vraag van varkens- en kippenboeren. Zuid-Amerikaanse importsoja kost zo’n 300 euro per ton en is 33 procent goedkoper dan Europese soja. Soja uit Europa is echter negen keer milieuvriendelijker dan die uit Zuid-Amerika.

“Buurlanden zoals Duitsland en België hebben al een actieplan om de foute importsoja te stoppen en veevoer meer lokaal te produceren. Maar Nederland is weer het sloomste jongetje van de klas”, zegt Bart van Opzeeland, campagneleider Voedsel van Milieudefensie. “We moeten nu ook echt aan de slag. We zien met het Alterraonderzoek dat zelfregulering door de veevoersector niet werkt. Het is tijd dat de overheid ingrijpt.’’

Milieudefensie vindt dat het kabinet zich moet inzetten voor een Europese importheffing op soja uit Zuid-Amerika. Ook moet het kabinet werk maken van een Europees landbouwbeleid waarin lokaal geproduceerd veevoer prioriteit heeft. Van Opzeeland: “De Europese landbouwsector kan in 2023 volledig zelfvoorzienend zijn, wat de productie van soja betreft.”

Morgen houdt NEVEDI, de brancheorganisatie van veevoerproducenten, haar jaarcongres en maakt zij haar actieplan 2016-2020 bekend. Van Opzeeland: "Wat Milieudefensie betreft, gebruikt de branche in 2020 alleen nog veevoer voor melkkoeien dat voldoet aan keurmerken voor duurzame Europese soja.”

Bron: Milieudefensie