Nederland heeft er een lieveheersbeestje bij: de
Cynegetis impunctata
, oftewel het ongevleugeld lieveheersbeestje. Een oranjebruin diertje met een duidelijk zwarte kop. Er zijn twee populaties gevonden: in Friesland en in Overijssel. Het lieveheersbeestje heeft geen vleugels en kan dus niet vliegen, dus de vraag is natuurlijk: hoe komen ze daar?
Planteneter
De lieveheersbeestjesfamilie telt wereldwijd meer dan zesduizend soorten. In Nederland leven zo'n zestig soorten, waarvan de meeste vleeseters zijn. Het ongevleugeld lieveheersbeestje is daarentegen een planteneter. Hij eet voornamelijk allerlei soorten gras.
Herkenning
Het ongevleugeld lieveheersbeestje ziet eruit als een halve bol. De vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes. Met zijn bruinige kleur valt het ongevleugeld lieveheersbeestje minder op dan andere soorten uit de lieveheersbeestjesfamilie. Er is een verschil in uiterlijk tussen de populaties in Overijssel en Friesland. Dit kan erop duiden dat de twee populaties een verschillende herkomst hebben.
Eerste waarnemingen
In 2014 en 2015 werden de eerste exemplaren ontdekt in Nederland. De dieren worden vooral gezien langs oevers van rivieren en kanalen. Het lieveheersbeestje is tijdens zijn levensloop echter niet afhankelijk van water. Waarom wordt het dier dan toch alleen langs water waargenomen?
Transportproblemen
Het ongevleugeld lieveheersbeestje kan niet vliegen en heeft korte pootjes. Hij kan zich daarom lastig over grote afstanden verplaatsen. Dat de lieveheersbeestjes vooral langs water zijn gezien heeft waarschijnlijk vooral te maken met deze transportproblemen. Wellicht zijn de dieren tijdens maaiwerkzaamheden en bij hoog water over korte of langere afstanden getransporteerd.
Alle informatie, maar ook afbeeldingen en verspreidingskaarten zijn te vinden in de net uitgekomen
Atlas
van lieveheersbeestjes, uitgegeven door EIS Nederland.