In het vooroorlogse Amsterdam was de stad een heus walhalla voor de gierzwaluw. Onder de dakpannen, in de dakgoten en binnnen in de ouderwetse hijsbalken nestelden ze met duizenden tegelijk. Maar hun aantal nam flink af na de stadsvernieuwing en renovaties in de jaren 70. Dakpannen werden vervangen door dakleer of zink. Daken waar de gierzwaluw niet meer naar hartenlust in kon nestelen. Het aantal broedplaatsen in gerenoveerde stadsdelen zoals de Staatsliedenbuurt nam dan ook flink af.
Onderzoek
Om de afname te inventariseren werd er in opdracht van de gemeente Amsterdam, mede op initiatief van stadsecoloog Geert Timmermans van 2013 tot 2017 door twee ecologen, Gert de Jong en Koen Wonders, onderzoek gedaan naar het broedgedrag van gierzwaluwen. De uitkomst: Amsterdam telt ongeveer 2600 broedparen. De meeste gierzwaluwen broedden nog steeds in het oudste deel van de stad, namelijk in de vooroorlogse- en grachtenhuizen.
Neststenen
De in de jaren 70 gerenoveerde huizen met nieuwe daken trekken geen gierzwaluwen. Maar er is hoop, de gierzwaluwen broeden ook in flats in de Bijlmermeer, onder andere in de kieren onder de balkons. Ook broeden ze in aangebrachte neststenen in nieuwbouwwijken op bijvoorbeeld IJburg en rond het Westergasterrein.
Kaart
Gierzwaluwen zijn doorgaans van mei tot en met augustus in Nederland en trekken daarna naar Afrika. De vogels en nesten zijn beschermd. Benieuwd waar de gierzwaluwen precies broeden in Amsterdam?
Bekijk dan deze kaart.