© erikveldkamp
In 2025 werden in Nederland 127 territoria van de oehoe vastgesteld. Dat is een nieuw record voor ons land, volgens Gejo Wassink van Oehoe werkgroep Nederland. Niet voor het eerst breekt de gigantische uil een record; de soort zit al jaren in de lift.
De eerste oehoe in de recente tijd in Nederland broedde in 1997 op een steile wand van de ENCI-groeve in Maastricht. In de eerste jaren kwakkelde de populatie, maar vooral de laatste jaren groeit deze hard. Hij zit inmiddels bijna overal in de oostelijke helft van het land. De meeste groei van de oehoe-populatie zag Wassink afgelopen jaar in Noord-Brabant: “In die provincie heb je dan ook overal verspreid grotere bosgebieden met daartussen het open of halfopen cultuurlandschap. Ideaal voor de oehoe!”
Het succes is in ieder geval deels te verklaren doordat de soort niet zo kieskeurig is qua broedlocatie. Wassink: “Oorspronkelijk broedt de oehoe op kliffen en rotsen, maar we zien steeds vaker dat hij ook in roofvogelnesten of zelf op de grond broedt. Veel oehoes zijn de nazaten van vogels uit een herintroductie-project in Duitsland. Daar werden ze in volières gefokt, we vermoeden dat ze daar hun sterke voorkeur voor kliffen en rotsen wat verloren zijn.”
Wassink ziet na analyse van zijn data nog niet dat de groei van de populatie afneemt. “De groei blijft nog steeds constant, ook als je het groeipercentage ten opzichte van telkens het voorgaande jaar berekent.” De vraag is hoeveel oehoes in de toekomst in Nederland zullen broeden. Wassink: “Toen ik 20 jaar geleden vermoedde dat er wel vijfentwintig paartjes konden leven in Nederland werd ik voor gek versleten. Dat was veel te positief volgens vermaarde ornithologen. Inmiddels zitten we dik boven de 100. De oehoe verbaast iedereen.”
Meer over:
oehoeMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.