Passages voor vissen tussen Friese meren en polders

 In het zuiden van Friesland bouwt Wetterskip Fryslân zes overgangen om vissen vanuit de Friese meren naar de polders te laten en andersom. Vissoorten zoals snoek, brasem en blankvoorn kunnen door de passages beter naar de ondiepe wateren in de polders om te paaien.

De Friese polders worden drooggehouden door grote gemalen. Die pompen het water weg, waardoor het water in de Friese meren, rivieren en kanalen een stuk hoger ligt dan in de wateren bij de polders. Vissen kunnen niet eenvoudig langs die gemalen zwemmen.

Wetterskip Fryslân gaat nu op zes locaties passages maken waar de vissen eenvoudiger langs kunnen. Als vissen naar ondiep water gaan om zich voort te planten, zwemmen ze tegen de stroom in. Bij de doorgangen wordt die stroming nagemaakt, waardoor de vissen hun weg natuurlijk kunnen vinden, volgens het waterschap. De doorgang staat niet continu open, maar wordt regelmatig opengezet. Vissen moeten tot dan wachten bij de passage. Omdat die redelijk diep in het water ligt, is er volgens het waterschap een "gering risico" dat de wachtende vissen een eenvoudige prooi worden voor visetende vogels.

De zes doorgangen worden geplaatst bij het stoomgemaal Veenpolder van Echten, de gemalen Ter Idzard, Riperfeanen (bij Nij Beets) en Foarútgong bij Rottem. Daarnaast komen er ook doorgangen bij twee gemalen bij het Tjeukemeer.

De doorgangen zijn van buitenaf niet te zien. Ze moeten alle zes in december dit jaar klaar zijn.

Bron: ANP