Racende eekhoorns | Zelf Geschoten

Het middagdutje van D.J. Meijer werd verstoord door twee racende eekhoorns in een boom in de achtertuin. Tijdens deze wilde achtervolging schoten de eekhoorns razendsnel (en soms ondersteboven) over de boom heen. Maar hoe doen ze dat? 

Eekhoorns hebben allerlei adaptaties waardoor ze bijna aan een boom lijken vast te kleven. Allereerst hebben ze speciale enkelgewrichten. Eekhoorns kunnen hun pootjes maar liefst 180 graden draaien. Die wijzen dan naar de andere kant. Zo hebben ze veel houvast als ze met hun kop omlaag naar beneden klauteren. Iets wat bijvoorbeeld een kat niet kan. Dankzij deze enkels kunnen ze ook zonder problemen ondersteboven hangen om bij een lekker hapje te komen.

Eekhoorns hebben verder lange tenen met vlijmscherpe nagels, zodat ze zich makkelijk aan een bast kunnen vasthaken.

Verder hebben ze lange, sterke achterpoten. Hiermee kunnen ze meer dan zes meter ver springen! Er is dus altijd wel een tak binnen bereik. En tijdens zo'n sprong wordt de functie van hun grote, harige staart duidelijk. Deze gebruiken ze om in volle vlucht evenwicht te bewaren.