Mol (Talpa europaea)
© Christoph Moning
De kans om een levende mol te zien is klein, maar een molshoop valt gelukkig wel op. Dankzij deze molshopen weten we waar mollen leven. Tijdens de jaarlijkse Mollentelling in het weekend van 14, 15 en 16 februari 2025 roept de Zoogdiervereniging daarom op om molshopen te zoeken en je waarnemingen door te geven. Aankomend weekend is het weer zover!
Ieder jaar verzamelen we met behulp van de Mollentelling veel informatie over het voorkomen van de mol. Het is niet toevallig dat deze telling in februari is. Dat is namelijk de start van het paarseizoen van de mol.
De paartijd voor mollen is in februari, maart en april. De mannetjes gaan dan op zoek naar vrouwtjes om zich voort te planten. Deze mollen-mannetjes zijn niet bepaald loyaal aan één vrouwtje en paren juist met verschillende vrouwtjes. Normaal gesproken willen mollen geen soortgenoten in hun zelfgegraven gangen, maar gedurende de paartijd maken de vrouwtjes een uitzondering voor het mannetje.
Wanneer de mannetjes op zoek gaan naar een vrouwtje leggen ze grote afstanden af. Dit doen ze heel dicht aan de oppervlakte waardoor er zogenaamde ‘mollenritten’ ontstaan; een soort langgerekte molshopen. Hierdoor is de activiteit van mollen goed te zien. Dat maakt de paartijd een ideale periode voor een Mollentelling.
Omdat één mol veel molshopen kan maken is het moeilijk om iets te zeggen over het aantal mollen. Wel ontstaat er een goed beeld van de verspreiding van de soort. Door het tellen van molshopen weten we waar mollen voorkomen. Tegelijkertijd is het telweekend een goed moment om aandacht te besteden aan de mol. Wat is er zo bijzonder aan dit ondergrondse zoogdier en waarom mag je er eigenlijk heel trots op zijn wanneer de mol in jouw omgeving voorkomt?
Hoe meer we leren over de mol, hoe beter we met de mol leren samenleven. De mol heeft een hele nuttige functie: het beestje zorgt met diens gangenstelsel voor een goede beluchting van de grond en voor een betere drainage. Daarnaast eten mollen slakken en larven van (schadelijke) insecten. Een andere reden om de mol met rust te laten is dat als je de mol verjaagt, in veel gevallen een andere mol de lege plek inneemt. Als je geduldig wacht tot een mol klaar is met het graven van zijn gangenstelsel, is de kans groot dat het daarna rustiger wordt qua aantal molshopen.
Molshopen
© Neeltje Huizenga
Meedoen aan de Mollentelling kan op verschillende manieren. Waarnemingen van mollen of mollensporen in jouw tuin, zoals molshopen, kun je doorgeven via Tuintelling.nl. Mollensporen buiten jouw tuin kun je bij het speciale mollenmeldpunt op Waarneming.nl invoeren. Het belangrijkste is om de locatie, datum en type waarneming (molshoop, levende of dode mol) door te geven. Sta je bij een veld met veel molshopen? Maak dan een schatting van het aantal molshopen en voer dit getal bij het mollenmeldpunt in bij ‘Aantal individuen’. De verzamelde data worden opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).
Bron: Zoogdiervereniging
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.