Het was een bizar, bijna apocalyptisch gezicht. Aan de kusten van Engeland, Duitsland, Nederland en Frankrijk spoelden vorig jaar binnen een paar weken 29 potvissen aan. Zes exemplaren eindigden op het strand van Texel. Grote vraag: hoe kwamen die reusachtige walvissen terecht in de ondiepe wateren van de Noordzee. Terwijl ze doorgaans via de andere kant van het Verenigd Koninkrijk vanuit het noorden richting de Azoren trekken? Zijn ze massaal per ongeluk verdwaald? Of is er meer aan de hand?
Marien bioloog Mardik Leopold van Wageningen Marine Research heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de massale potvisstrandingen. Via onderzoek aan de magen en darmen van de walvissen wilde hij de vinger krijgen achter dit mysterie. In Vroege Vogels vertelt Leopold wat er tot nu toe bekend is uit het onderzoek.
Zaterdag 11 februari spreekt Mardik Leopold op de jaarlijkse zeezoogdierdag over zijn potvisonderzoek. De dag wordt georganiseerd in het Teylers Museum in Haarlem. Andere lezingen gaan over Nederlandse zeehonden, over bruinvissen en over de evolutie van walvisachtigen.
Kijk hier voor meer informatie over de zeezoogdierdag
.
Het kleine broertje van de potvis, de bultrug, zwemt de afgelopen dagen rond net voor de kust bij Castricum. Veel natuurliefhebbers zijn daar inmiddels op afgekomen. Anders dan potvissen, hebben de bultruggen wel ‘iets te zoeken’ in onze Noordzee. De walvissen vinden hier een deel van hun voedsel.
Bultrug, gesignaleerd op 26 januari 2017, enkele kilometers uit de kust bij Castricum (Bron: Hans Verdaat)