Afgelopen weekend keek ook ik het Songfestival en beoordeelde, alsof ik er écht verstand van had, het stemgeluid van elke act. Menig zanger en zangeres zette hun hele ziel en zaligheid in, zoals dat hoort, hun hele carrière hing er namelijk vanaf; het is de dood of de gladiolen en ze kropen, stampten en schudden in verschillende stadia van opwinding over het podium. De volgende dag werd ik wakker met een vogeltje dat vlak onder mijn raam verrukt aan het kwelen was. Het was een aanlokkelijk deuntje met veel timbre en lustig gezongen. Ik moest aan het liedje ‘natuur’ van Theo Nijland denken.
Lees hier de gehele column