Kwetsbare groepen met een laag inkomen hebben 100 euro per maand minder te besteden dan tien jaar geleden. Ze hebben 12,86 euro per dag om eten, drinken, maar ook kleding, vervoer en persoonlijke verzorging te betalen. Ze hadden al weinig, maar worden door overheidsbeleid steeds armer. Dat concludeert Zelf, een netwerk van maatschappelijke bewindvoerders dat een steekproef deed onder zijn cliënten.
Het inkomen van de betreffende groep nam wel iets toe ten opzichte van tien jaar geleden, maar omdat prijzen van boodschappen en andere consumptiegoederen harder stegen, gingen ze er per saldo flink op achteruit. De onderzoekers noemen het pijnlijk dat het verlies aan koopkracht voor deze kwetsbare groepen grotendeels komt door lastenverzwaringen waar de overheid (mede) verantwoordelijk voor is.
Iedere dag kassastress "Voor mensen die gewend zijn om iedere euro drie keer om te draaien, is het natuurlijk een ramp wanneer er minder euro’s overblijven die bovendien steeds minder waard worden", zegt Erwin Bel, voorzitter van het platform maatschappelijke bewindvoerders. "Dan ervaar je iedere dag ‘kassastress’ bij het boodschappen doen."
De steekproef werd gedaan onder tweehonderd mensen die al minimaal tien jaar geholpen worden met hun financiën door bewindvoerders.
De onderzoeksgroep bestaat vooral uit mensen die te maken hebben met een chronische fysieke en/ of mentale beperking.
Driekwart inkomen naar vaste lasten De tweehonderd personen hadden in 2019 een gemiddeld inkomen van 1506,34 per maand. Het bestaat uit een uitkering en verschillende toeslagen, zoals huurtoeslag en zorgtoeslag. Vaste lasten, zoals huur van sociale huurwoningen zijn in de afgelopen tien jaar fors gestegen. Daardoor gaat 74% van het inkomen van deze groep op aan vaste lasten. “Dan is je portemonnee een tikkende tijdbom die ieder moment kan ontploffen”, zegt Bel.