Bijna helft patiënten kan niet goed communiceren met de dokter
12-10-2016
•
leestijd 4 minuten
•
1301 keer bekeken
•
Goede communicatie tussen patiënten en artsen is belangrijk. Het lijkt zo vanzelfsprekend maar is dat in de praktijk helemaal niet, blijkt uit een enquête van de Patiëntenfederatie onder ruim 4600 mensen. Het merendeel van deze mensen wil graag samen met de arts beslissingen over hun behandeling nemen. Maar vier op de tien patiënten kan geen zinvol gesprek voeren met de medisch specialist. De arts luistert onvoldoende naar de wensen of geeft geen ruimte om vragen te stellen, zo blijkt uit de enquête.
‘Betere zorg begint met een goed gesprek’
Om artsen en patiënten bewuster te maken dat het belangrijk is om samen te beslissen belang over de meest geschikte behandeling, is nu de campagne ‘ Betere Zorg begint met een goed gesprek’ gestart. De campagne is een samenwerkingsverband vann de Patiëntenfederatie Nederland en de Federatie Medisch Specialisten, samen met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).
Te vaak eenrichtingsverkeer
“Het is nog te vaak een eenrichtingsverkeer in de communicatie tussen arts en patiënt. Juist de situatie van de patiënt is van belang om samen een goede beslissing te kunnen nemen”, zegt directeur Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie.
Medische kennis even belangrijk als persoonlijke context
Volgens Marcel Daniëls, voorzitter Raad Kwaliteit van de Federatie Medisch Specialisten en cardioloog, moet de campagne bijdragen aan een grotere bewustwording bij artsen én patiënten. Daarbij gaat het om het besef dat de medische kennis van de arts en de persoonlijke situatie van de patiënt even belangrijk zijn om samen tot een goede beslissing te komen.
Patiënten tevredener als ze betrokken worden
Naast de campagne heeft de Patiëntenfederatie een nieuwe thema aan haar website toegevoegd: ‘Samen Beslissen’. Niet alleen heeft de patiënt wettelijk recht op goede informatie van de arts, ook schrijft de Patiëntenfederatie dat uit onderzoek blijkt dat patiënten tevredener zijn, dat er verstandige beslissingen worden genomen en dat patiënten trouwer zijn aan hun behandeling als ze worden betrokken bij de beslissing.
Ouders en artsen
Hester Rippen, directeur van stichting Kind & Ziekenhuis, herkent veel van de klachten van patiënten over hoe de communicatie met artsen verloopt. Al hebben kinderartsen een streepje voor op ‘gewone’ artsen: kinderartsen doen het in dat opzicht ietjes beter, zegt ze. “Maar als wij vragen stellen over de kwaliteit van de relatie tussen ouders en artsen, wordt over de communicatie toch altijd als eerste geklaagd,” aldus Rippen.
“Het heeft vooral te maken met de tijd die een arts aan ouders willen of kunnen besteden. Hoe meer tijd hoe beter. Daarnaast moet je je als arts goed afvragen of je wel dezelfde taal spreekt als de ouders die voor je zitten. Begrijpen ze wat ik vertel? Is de informatie die ik overdraag duidelijk?”
Medische behandeling niet altijd het belangrijkst
Volgens Rippen moeten artsen ook beter beseffen dat ze vanuit een hele andere perceptie naar het zieke kind kijken. “Artsen realiseren zich niet altijd dat ouders niet alleen geïnteresseerd zijn in de medische oplossing. Zij willen weten wat die oplossing betekent voor de kwaliteit van leven van hun kind, wat het betekent voor hun gezin waar het kind deel van uitmaakt, “ zegt Rippen. “Als je als arts voor dat soort vragen openstaat, kun je erachter komen dat die medische oplossing mogelijk niet altijd de juiste keuze is. Bijvoorbeeld als het gaat om bijwerkingen. Een bepaald medicijn kan misschien de beste oplossing zijn om een aandoening te behandelen, maar als de bijwerkingen zo ernstig zijn dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van leven van het kind, kan dat voor de ouders een reden zijn om te kiezen voor een ander medicijn.”
‘Als ouder ben je expert’
Ook moeten artsen zich meer bewust worden dat ouders van chronisch zieke kinderen, of ouders van kinderen met een verstandelijke en/of meervoudige beperking, zelf ook steeds deskundiger worden. “Als ouder ben je expert, ouders maken het kind de hele dag mee en weten precies wat hun kind mankeert en nodig heeft. Daarom moeten artsen ouders ‘in the lead’ laten. Dat betekent dat artsen de zienswijze en ervaringen van ouders serieus moeten nemen en hen moeten betrekken bij alle beslissingen die bij de behandeling van hun kind komen kijken.”
Eigenwijze ouders
Maar zijn ouders soms niet gewoon heel eigenwijs? Het is toch de dokter die deskundig is? “Dat vind ik geen argument,” antwoordt Rippen. “Uiteraard is de arts de deskundige. Maar het hoort gewoon bij zijn beroep als kinderarts om de zienswijze van de ouders serieus te nemen.”
Kind & Ziekenhuis werkt momenteel aan een project om de communicatie tussen artsen en ouders te verbeteren. “We zijn bezig een vertaling te maken van de ‘drie goede vragen’, het initiatief van de Patiëntenfederatie en de Federatie van Medisch Specialisten, naar ouders van zieke kinderen,” vertelt Rippen, die stelt dat met die vragen ouders beter voorbereid het gesprek ingaan.
“Maar uiteindelijk draait het vooral om empathie aan de kant van de arts. Die moet zich verplaatsen in de ouders: hoe deel ik mijn consult in, hoe en waarmee informeer ik de ouders, is er voldoende gelegenheid voor vragen etcetera.”