Unieke meubels die in de Leuvenzaal van Paleis Soestdijk stonden, zijn verkocht aan de Staat onder de voorwaarde dat ze daar zouden blijven staan. Het paleis is voor iedereen toegankelijk en dus ook de meubels zouden te bezichtigen moeten zijn. Maar aan de voorwaarde is niet voldaan. De meubels zijn verdwenen.
De koninklijke familie heeft na het overlijden van prinses Juliana een megadeal met de fiscus gesloten over de erfenis. Het is mogelijk om minder erfbelasting te betalen als je waardevolle kunstobjecten uit een erfenis verkoopt aan de Staat. Die kunstwerken moeten dan wel in een museum komen te hangen, zodat iedereen ze kan zien.
De Oranjes maakten veelvuldig gebruik van deze regeling (de zogeheten 120%-regeling van de Successiewet) en kregen zo een korting van 8,8 miljoen euro op de erfbelasting. Maar volgens betrokken ambtenaren is het niet bij alle kunstvoorwerpen van de Oranjes volgens de regels gegaan.
De malachieten meubels van Soestdijk De zogeheten ‘malachieten meubels’ in de Leuvenzaal van Paleis Soestdijk zijn na Juliana’s overlijden verkocht aan de Staat met de 120 procent regeling. Ooit zijn de meubels door koningin Anna Paulowna naar Nederland gehaald, omdat zij een groot liefhebber was van het groene gesteente uit de Oeral.
De Commissie Jessurun adviseerde het Rijk dat alle meubels als geheel bij elkaar zouden blijven in Soestdijk, zodat het publiek ze in hun volle glorie kan bekijken. Ze zijn namelijk ‘essentieel voor het monumentale karakter van dit vertrek’, aldus de commissie. Om die reden konden erfgenamen de malachieten meubels inbrengen voor de lucratieve regeling.
Toch staan deze meubels momenteel in Paleis Noordeinde dat maar een paar dagen per jaar voor het publiek toegankelijk is.
Het feit dat de meubels niet meer staan in de Leuvenzaal noemt Steven Braat in ZEMBLA ‘vrij pijnlijk’. Hij was als conservator Rijkscollectie van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed betrokken bij het beheer van de objecten die door het Rijk uit de nalatenschap zijn verworven.
Verplaatst naar de Leuvenzaal? Kunsthistoricus Rudi Ekkart, die mede beoordeelde welke objecten volgens de 120%-regeling door de Staat verworven konden worden, zegt dat ‘het niet de bedoeling geweest dat er meubels ergens verborgen in het paleis (Noordeinde, red.) kwamen te staan.’
Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) is het volstrekt logisch dat de malachieten meubels nu op Noordeinde staan. Ze zouden juist zijn verworven “ten behoeve van gebruik in de Koninklijke Paleizen,” aldus de RVD.
Ook schrijft de RVD: “De malachieten meubels behoren niet exclusief tot het ensemble van de Leuvenzaal, omdat ze (..) pas na de Tweede wereldoorlog zijn verplaatst naar de Leuvenzaal.”
Maar als ZEMBLA foto’s vindt van vóór de Tweede Wereldoorlog waarop de malachieten meubels duidelijk te zien zijn, komt de RVD op deze bewering terug: alle malachieten meubels stonden voor de oorlog in de Leuvenzaal, behalve de grote tafel.
De Rijksvoorlichtingsdienst wil niet reageren op de vragen van ZEMBLA over de 120%-regeling die de koninklijke familie met het Rijk getroffen heeft.