De les na de Capitoolbestorming: ‘Bagatelliseer rechts geweld niet’
17-03-2021
•
leestijd 3 minuten
•
1168 keer bekeken
•
Op 6 januari wankelt de Amerikaanse democratie, als een meute radicaal-rechtse Trumpaanhangers het Capitool bestormt. Jarenlang zijn ze gevoed met leugens en haat, en het scheelt weinig of ze koelen hun woede op de Congresleden. Er vallen die dag vijf doden. Waren dit typisch Amerikaanse toestanden of zou dit in Europa of zelfs in Nederland ook kunnen gebeuren? “Ik denk dat dit een les is voor westerse democratieën, dat de dingen niet zo veilig en stabiel zijn als ze lijken”, zegt Mick Mulvaney, de voormalige stafchef van Donald Trump, in Zembla over de ‘rechtse revolutie’.Na de bestorming nam hij afstand van de president.
De uitzending 'Rechtse revolutie' is een bewerking van een Australische documentaire. Zembla spreekt met Nederlandse wetenschappers over de bestorming en over de parallellen met Europa en Nederland.
Radicaal-rechts wordt onderschat
Zo stelt politicoloog Cas Mudde, hoogleraar aan de Universiteit van Georgia in de Verenigde Staten en een vooraanstaand populisme-expert, dat de bestorming vooral te wijten is aan het falen van de Amerikaanse overheid. Radicaal-rechts geweld werd ernstig onderschat.
Diezelfde onderschatting ziet Mudde in Nederland. Hij wijst op de gewelddadigheden die in 2015 uitbraken in Geldermalsen naar aanleiding van het plan om in die gemeente een asielzoekerscentrum te openen. Relschoppers bestormden de raadszaal, die in allerijl ontruimd moest worden. “Het was een enorme explosie van geweld en dreiging met geweld ten aanzien van AZC's, ten aanzien van ambtenaren en politici die vluchtelingen steunden.” Ten onrechte werden geweld, intimidatie en vandalisme door politici ‘goedgepraat’, zegt Mudde. “Het werd nooit gezien als politiek geweld of terrorisme.” Hij noemt de houding van de Nederlandse overheid ten aanzien van radicaal-rechts geweld ‘laks’.
Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden en directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, valt Mudde bij. In de uitzending van Zembla waarschuwt hij voor de gevolgen van die lakse houding. “Mensen denken dan dat ze dat kunnen maken. Blijkbaar is dit een toegestane manier om je grieven te uiten, om mensen te bedreigen en te intimideren, je creëert een heel nieuw speelveld eigenlijk.”
Boerenprotesten
De twee deskundigen zien de bevestiging daarvan in de boerenprotesten van 2019 toen radicale agrariërs politici intimideerden en het provinciehuis in Groningen ramden met een tractor. Mudde: “Het inrijden van een deur van een provinciehuis is niet hetzelfde als het Capitool binnenlopen. Maar het is wel een enorm symbolische en illegale daad. En het feit dat de overgrote meerderheid van die beweging daar eigenlijk geen afstand van heeft genomen en het feit dat ook de meeste politici er heel normaal mee omgaan creëert een soort situatie waarin heel veel boeren het gevoel hebben, het idee hebben: ‘wij mogen dit’. (…) En als je ze nu niet stopt, dan zal de volgende demonstratie radicaler zijn. En dat is eigenlijk wat ik zie in Nederland: de potentie van geweld.”
“Gelukkig blijft het nog bij incidenten”, zegt Lucassen, “maar het is wel van een andere aard dan laat ik zeggen tien jaar geleden, toen zag je dit niet.”
Baudet
Hij wijst erop dat radicaal-rechtse politici de methodes van Trump overnemen. “Baudet imiteert dit gewoon. Wat hij ook in deze verkiezingscampagne heeft gedaan, is dat recept hier eigenlijk ook weer afdraaien. Hij (…) is alleen maar geïnteresseerd in het saboteren en het beeld oproepen dat de politiek en Den Haag en de elite niet deugen.” De Forum-leider riep zijn aanhangers tijdens de campagne op tot de vorming van ‘het grootste civiele leger dat dit land ooit gekend heeft’, om ‘de vrijheid te heroveren, het land terug te pakken’. Herhaaldelijk suggereerde hij, net als Trump, dat de verkiezingen gestolen zouden worden.
Cas Mudde: “Natuurlijk roept hij niet letterlijk op tot geweld want hij begrijpt ook dat dat niet mag en dat hij dan mogelijk de gevangenis ingaat. Maar als je na 6 januari met dezelfde soort terminologie en verwijzing daarnaar oproept tot een civiel leger of zegt dat de verkiezingen worden gestolen... Wat je eigenlijk dan zegt, is: Wat er gebeurde in Amerika is goed. En dat is, op zich, natuurlijk wel gewoon een verwijzing naar geweld: 'Geweld is onder sommige omstandigheden positief.'”