Nieuw TNO-onderzoek naar zeer zorgwekkende stoffen op Nederlandse luchthavens zegt volgens deskundigen weinig. Het beantwoordt nog steeds niet de vraag hoe ernstig de situatie is voor medewerkers en omwonenden, terwijl die volgens Omgevingsrecht-deskundigen gemakkelijk is te onderzoeken. Het TNO-rapport bevat dan ook “veel informatie, veel teksten en zelfs ook tabellen, maar weinig zinvolle informatie waar men wat aan heeft qua effecten op de gezondheid”, stelt Omgevingsrecht-deskundige Han ter Maat.
‘Kankerverwekkende uitstoot door luchtvaart is gigantisch’, kopten verschillende media na de publicatie van het TNO-onderzoek naar de uitstoot van acht zeer zorgwekkende stoffen op de Nederlandse luchthavens.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaf opdracht voor het onderzoek. Minister Harbers schrijft in een Kamerbrief over het TNO-onderzoek: “Deze methodiek kent grote onzekerheden.” Harbers kondigt meteen nieuw onderzoek aan.
Maar waardoor bestaan die onzekerheden? TNO is aan het rekenen geslagen met al bestaande jaargegevens over de uitstoot van vliegtuigen die landen, taxiën en opstijgen op iedere Nederlandse luchthaven. Er zijn volgens Omgevingsrecht-deskundigen Han ter Maat en Cor Coenrady geen metingen gedaan naar de concentraties. Oftewel: in welke mate schadelijke stoffen aanwezig zijn op het platform van de luchthavens en in de leefomgeving terechtkomen, is onduidelijk.
Daarmee is dus niet bekend wat de blootstelling van platformmedewerkers aan kankerverwekkende stoffen precies is. Ook niet de blootstelling waar omwonenden van Schiphol mee te maken hebben. Een ander onderzoeksbureau zal die concentraties in opdracht van het ministerie gaan berekenen. Dat is opvallend, vinden Omgevingsrecht-deskundigen Ter Maat en Coenrady. Ze snappen beiden niet waarom er voor berekeningen gekozen is en er niet gewoon op het platform en rond luchthavens gemeten wordt.
Ter Maat: “Er is mijns inziens maar één ding relevant en dat zijn de daadwerkelijke concentraties in de buitenlucht voor omwonenden en zeker ook voor werknemers. En die kunnen volgens mij gewoon worden gemeten. Het zijn qua structuur eenvoudige verbindingen. Minder berekenen en meer meten, zou ik zeggen."
Volgens Coenrady heeft het RIVM een luchtmeetnet in heel Nederland waarmee ook zeer zorgwekkende stoffen worden gemeten. “Voor zover te beoordelen wordt niet op en rondom Schiphol gemeten.” En dat kan volgens Coenrady wel. Bijvoorbeeld: “het meten van de stof formaldehyde kan geschieden met een handmeter of met een automatisch meetstation”. En de stof benzeen meet je volgens Coenrady met zogeheten koolbuisjes met een luchtpompje. Beide deskundigen zeggen dat dit soort metingen eenvoudig zijn uit te voeren. “Technisch is er geen enkele reden om niet over te gaan op het meten van verontreiniging op de arbeidsplek”, aldus Coenrady.
Dat dit nog steeds niet is gebeurd is opvallend, omdat er al jaren zorgen zijn over de situatie op het platform van Schiphol voor medewerkers. Arbo-artsen waarschuwden vijftien jaar geleden al voor de blootstelling van medewerkers aan gevaarlijke stoffen, onthulde Zembla in 2021. Ook omwonenden maken zich zorgen en tekenen al jaren protest aan tegen de groei van luchthavens in Nederland.
Kamerlid Lammert van Raan denkt dat de minister een vlucht naar voren neemt met dit rapport en de Kamerbrief. “Maar het is een onwaarschijnlijk slecht verhaal. Er is niet gemeten en dus ook niet in de omgeving.” Van Raan wil in de Kamer met een plan komen voor onder andere een meetnetwerk rond de luchthavens. “Zo’n netwerk is nodig. Bijvoorbeeld met snuffelpalen rond Schiphol.”
In plaats van te meten, zijn de gegevens die TNO verzamelde en berekende vergeleken met regels die gelden voor grote bedrijven die dezelfde kankerverwekkende stoffen uitstoten. De conclusie van het onderzoek is dat de grenswaarden die voor deze kankerverwekkende stoffen voor de industrie gelden ruimschoots worden overschreden bij zeven van de acht stoffen.
Daarover zegt minister Harbers in de Kamerbrief dat de vergelijking met de industrie eigenlijk niet te maken is, omdat bedrijven “schoorstenen hebben die zich op een vaste plek bevinden”. Op een vliegveld bestaat zo’n vast punt niet omdat vliegtuigen in beweging zijn. “De grensmassastromen zeggen daarom niet zo veel over de luchtkwaliteit”, concludeert Harbers.
Deskundige Cor Coenrady bevestigt dat een vliegveld inderdaad niet vergelijkbaar is met een groot industrieterrein, zoals bijvoorbeeld Tata Steel. Bij het taxiën en het opstijgen van een vliegtuig is de uitstoot horizontaal en naar beneden gericht, “terwijl bij een schoorsteen van een raffinaderij of een energiecentrale de uitlaatgassen altijd nagenoeg verticaal opstijgen”, legt Coenrady uit. De uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen gaat op een vliegveld dus in de richting van waar de mensen werken, in plaats van de lucht in.
Voor de industrie gelden bovendien andere regels dan voor luchthavens. “Waarom worden die dan gehanteerd?” vraagt Han ter Maat zich af. Waar voor industrie per zeer zorgwekkende stof duidelijke grenswaarden gelden, bleek eerder uit documenten dat voor 99,9 procent van de uitstoot van schadelijke stoffen op Schiphol helemaal geen regels gelden. De uitstoot van alles dat op en rond het platform gebeurt, zoals het taxiën en opstijgen van vliegtuigen, valt volgens minister Harbers onder de Wet Luchtvaart. In die wet is alleen niets geregeld over de uitstoot. Kamerlid Van Raan schrok daarvan. “In de Wet Luchtvaart is het allemaal geregeld, zei Harbers, nadat we vragen stelden. Dus we pakken die wet erbij, maar daarin is het helemaal niet geregeld. Er staat in wat je allemaal moet regelen. En dat is helemaal nog niet gedaan”, aldus Van Raan.
Volgens deskundige Cor Coenrady verzuimt de minister ook om de Kamer te informeren over de Europese regelgeving. Die geeft duidelijke kaders over de in het TNO-rapport genoemde kankerverwekkende stoffen, stelt Coenrady. Verspreiding van die gevaarlijke stoffen moet volgens de Europese regels geminimaliseerd worden. “Omdat er sprake is van een Europese verordening zijn deze kaders rechtstreeks in werking. Ook voor Nederland. Er had dus ook moeten worden getoetst aan de Europese regelgeving”, legt Coenrady uit.
Arbotechnisch is Schiphol zelfs verplicht om de blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen bij de bron te voorkomen en als dat niet helemaal gaat, zo laag mogelijk te houden, zo lazen we al eerder in documenten van de Arbeidsinspectie over Schiphol. “Wettelijk gezien is iedere werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers”, schreef de Arbeidsinspectie.
Het verkennende onderzoek van TNO geeft volgens Ter Maat weinig duidelijkheid over die blootstelling. “Ik vind deze stukken een sfeer uitademen van veel informatie die niet ter zake doet, terwijl de vraag hoe het nu daadwerkelijk zit met de concentraties in de buitenlucht niet wordt beantwoord.”
Bekijk hieronder de Kamerbrief van minister Harbers over het TNO-rapport:
Download hieronder het TNO-rapport:
Kijk de uitzending 'Ziek van Schiphol':
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.