Geadopteerde Dilani tegenover Nederlandse staat in rechtszaak
18-05-2020
•
leestijd 2 minuten
•
180 keer bekeken
•
De door Nederlandse ouders geadopteerde Dilani Butink heeft de Nederlandse staat voor de rechter gesleept over haar adoptie uit Sri Lanka. Vandaag is de rechtszaak gestart bij de rechtbank in Den Haag. Volgens de 28-jarige Dilani heeft de Nederlandse overheid te weinig gedaan om gesjoemel met adopties te voorkomen.
Butink verwijt de Staat adopties vanuit Sri Lanka te hebben laten doorgaan, ondanks dat de overheid wist van de malafide adoptiepraktijken in Sri Lanka. Het voornemen om de Staat aansprakelijk te stellen, hebben Komp en Butink aangekondigd in deel drie van de Zembla-afleveringen ‘Adoptiebedrog’ van 28 maart 2018.
1992 vanuit Sri Lanka geadopteerd Butink is in 1992 vanuit Sri Lanka geadopteerd via de adoptieorganisatie Kind en Toekomst. Volgens haar advocaat Lisa Komp zijn haar adoptiepapieren vervalst. De naam van haar biologische vader ontbreekt en het in de papieren genoemde ziekenhuis waar Butink geboren zou zijn, beschikt niet over haar geboorteakte. Twee handtekeningen in het dossier van de vrouw die destijds afstand van Butink zou hebben gedaan, blijken na forensisch onderzoek niet van dezelfde persoon te zijn.
Ze eist dat de overheid schuld erkent, haar schadeloos stelt en een DNA-databank opricht voor geadopteerden uit Sri Lanka. Ook wil ze ondersteuning om haar biologische ouders alsnog op te sporen.
Aan het eind van de dag reageerde Dilani Butink op het verloop van de rechtszaak:
Zembla onthulde afgelopen vrijdag dat de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie al in 1991 door de Nederlandse ambassade in Colombo zeer gedetailleerd zijn geïnformeerd over ernstige misstanden rond adopties in Sri Lanka. Dat staat in de correspondentie tussen de ambassade en het ministerie van Buitenlandse Zaken, die in het bezit is van Zembla.
Eerste rechtszaak Volgens Butinks advocaat Lisa-Marie Komp is dit voor zover bekend de eerste keer dat een Nederlandse rechtbank zich zal buigen over de klacht van een onrechtmatig geadopteerde tegen de Staat en de bemiddelingsorganisatie.