De Amerikaanse voetbaltrainster Amy Griffin houdt sinds 2009 een lijst bij van voetballers die op kunstgras met rubberkorrels hebben gespeeld en kanker hebben gekregen. Ze vreest dat er een verband is tussen de korrels, die gemaakt zijn van oude autobanden, en de kanker. De lijst telt inmiddels 230 spelers. In Engeland voert Nigel Maguire, voormalig hoofd van een regionale gezondheidsdienst, campagne voor beter onderzoek naar deze rubberkorrels. Zijn zoon was keeper en kreeg lymfeklierkanker.
Iedere dag sporten wereldwijd miljoenen kinderen en volwassenen op dit soort kunstgrasvelden. Ook in Nederland liggen bijna tweeduizend van die velden. De korrels zorgen ervoor dat het veld dezelfde eigenschappen heeft als een natuurgrasveld, met als bijkomend voordeel dat het bijna altijd bespeelbaar is. Maar de rubberkorrels bevatten zink, lood en benzeen en verschillende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), stoffen die bewezen kankerverwekkend zijn. Toch stelt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in 2006 dat van sporten op deze kunstgrasvelden geen gezondheidsrisico's zijn te verwachten.
ZEMBLA onderzoekt: zijn we goed en eerlijk geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van kunstgrasvelden met rubberkorrels?
ZEMBLA - 'Gevaarlijk spel' woensdag 5 oktober 2016 om 21:10 uur bij de VARA op NPO 2
Samenstelling en regie: Roelof Bosma
Research: Frans Glissenaar
Eindredactie: Manon Blaas
Onderzoeksdocumenten Mail uit 2008
, waarin een wetenschapper die bij het RIVM werkt stelt dat ook bij dit instituut twijfels bestaan over de onderzoeksmethode van het bureau Industox. ‘Uiteraard kan een onderzoek waarbij 7 sporters zijn betrokken niet gezien worden als een representatief onderzoek voor al diegenen die op kunstgrasvelden sporten.’
Rapport van de NVWA
(Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit) uit 2014, over een RIVM-onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van valdempingstegels waarin rubbergranulaat van oude autobanden is verwerkt. Geconcludeerd wordt dat de aanstaande normen van de REACH-regeling worden overschreden, maar dat er niettemin geen onaanvaardbare risico’s bestaan. Wel stelt het RIVM dat de toekomstige REACH-normen ‘adequaat is om de gezondheid van spelende kinderen te beschermen’.
(Zie conclusies op pagina 4)
In deze
mail
, op 30 oktober 2015 verstuurd door ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur & Milieu, wordt gesteld dat rubbergranulaat aan de normen van de aanstaande REACH-regeling moet gaan voldoen. ‘Instrooigranulaat wordt niet aan consumenten verkocht, maar omdat de consument wel aan het instrooigranulaat wordt blootgesteld gedlt volgens ons deze beperking voor al het instrooimateriaal.’
Mai
l van een medewerker van de VACO aan een ambtenaar van het ministerie van VWS. In deze mail worden deze en andere ambtenaren uitgenodigd om met de VACO te overleggen over het standpunt dat Nederland in de Europese discussie over rubbergranulaat zal gaan innemen. Ook wordt gevraagd om actie te ondernemen richting Europa om soepelere normen te bewerkstelligen voor valdempingstegels die gemaakt zijn van oude autobanden.
Het
officiële commentaar
dat namens de Nederlandse overheid werd gegeven tijdens de discussies over de positie van rubbergranulaat in de REACH-regeling. Hierin wordt gesteld dat het rubbergranulaat wel degelijk onder de strenge normen zou moeten vallen. ‘The intention of the legislator with entry 50 is to prevent the general public is getting in immidiate contact to the infill material.’ (‘De bedoeling van de wetgever met artikel 50, is te voorkomen dat de gewone burger in onmiddellijk contact komt met het instrooimateriaal.’)
In deze
mai
l laat een Nederlandse ambtenaar aan zijn Europese collega’s weten dat Nederland van standpunt is veranderd, ‘for pragmatic reasons’ (‘om pragamatische redenen’).
Notulen
van een bijeenkomst tussen vertegenwoordigers van de ETRMA, de Europese brancheorganisatie van de bandenindustrie en het ECHA, het Europees agentschap voor chemische stoffen. In deze bijeenkomst geeft de ETRMA toe dat men niet precies weet welke stoffen in welke hoeveelheden in het rubbergranulaat voorkomen. ‘However, in the real world today there is no material and source control, and there is also no harmonised analysis for rubber infill.’ (‘Echter, in de echte wereld van vandaag is er geen controle op het materiaal en de herkomst, en er bestaat geen eenduidige analyse van rubbergranulaat.’) (Zie pagina 3.)