Huisartsen: ‘Niet geteste patiënten die overlijden aan corona ontbreken in sterftecijfer RIVM’
26-03-2020
•
leestijd 3 minuten
•
682 keer bekeken
•
Verschillende huisartsen uit Brabant laten Zembla weten, dat ze bij de GGD alleen de overlijdensgevallen moeten melden van wie bewezen is, dat ze COVID-19 hebben gehad. Huisarts Eduard Graat uit Uden, een van de grootste brandhaarden van corona: “Lang niet iedereen is getest, omdat er een terughoudend testbeleid is. Dus van alle patiënten die overlijden, staat niet altijd vast dat ze COVID-19 hebben gehad. Maar we hebben wel heel sterke vermoedens als huisarts, dat deze mensen daaraan zijn overleden.” De huisartsen stellen, dat deze mensen niet worden meegenomen in de dagelijkse sterftecijfers over corona.
Huisarts Ellen Oonincx, ook uit Uden: “Eergisteren hadden we in deze praktijk drie patiënten die thuis zijn overleden. Ze hadden alle drie de symptomen van corona, maar slechts één van de drie is er daadwerkelijk op getest. Alleen die ene telt dus mee in de statistiek over de corona sterftecijfers, de andere twee niet. Zo blijven de cijfers wel laag natuurlijk.”
'Het werkelijk aantal sterfgevallen is hoger' De artsen concluderen hieruit dat het werkelijk aantal sterfgevallen hoger is dan wat de cijfers vertellen. Het baart ze zorgen dat ze die gevallen, waarbij ze een ernstig vermoeden hebben dat het om corona gaat, nergens kunnen melden.
Ook huisartsen uit andere plaatsen in Brabant herkennen dit. Gemma Olislagers-Lemmens uit Helvoirt: “Als je niet zeker weet of iemand corona-positief is, kan je dat nergens melden. En daardoor missen ze doden in de statistiek.”
Kwalijke zaak Huisarts Angela van Uden uit Sint-Oedenrode: “Ik vind het een gekke gang van zaken. Als huisartsen zien wij ook in de thuissituatie mensen die doodziek zijn. Niet iedereen komt in het ziekenhuis terecht. Als deze mensen thuis overlijden, worden ze niet meegerekend als ze niet getest zijn. Dat vind ik een kwalijke zaak. Juist ook omdat het RIVM gisteren zei, dat de situatie lijkt te stabiliseren. Dat baseren ze op onder meer de sterftecijfers en de ziekenhuisopnames. Maar wij huisartsen zien en behandelen dus mensen die niet in deze cijfers voorkomen. Ik ben bang dat mensen de strenge maatregelen dan weer aan hun laars gaan lappen, en denken: het valt allemaal wel mee. Maar het valt niet mee.”
Een woordvoerder van het RIVM bevestigt dat het sterftecijfer alleen gebaseerd is op bevestigde gevallen van COVID-19. Vermoedens van corona worden hierin niet meegenomen, want dan zouden de cijfers een vertekend beeld gaan geven. Iemand kan immers ook overleden zijn aan ‘gewone’ influenza: griep.
Testen na overlijden gebeurt niet Er is geen beleid om mensen na overlijden te testen of ze corona hebben gehad. Dat heeft te maken met de testcapaciteit en bovendien levert het geen gezondheidswinst op. Overigens kijkt het RIVM tijdens een ‘normale’ griepepidemie naar ‘oversterfte’, dus dan zijn er in die periode meer mensen overleden dan verwacht wordt. Bewezen is dan niet dat het door de griep komt, maar er zijn dan wel sterke indicatoren dat dat zo is. Deze cijfers lopen een paar weken achter en zijn nog niet beschikbaar. Het is dus te vroeg om hier iets over te zeggen. Wanneer ze wel beschikbaar zijn, kan het RIVM iets zeggen over de oversterfte wat betreft corona.
De huisartsen vinden dat ze ook die gevallen moeten kunnen melden, waarvan niet is bewezen dat ze COVID-19 hebben gehad.
Huisarts Ellen Oonincx: “Ik zit hier in Uden, ik heb ondertussen zoveel mensen gezien, ik weet wel hoe het ziektebeeld er nu uitziet. Het is natuurlijk pas een waterdicht bewijs als iemand getest is en de uitslag is positief. Maar ja, weet je, wij zijn dokters. Op grond van een klinisch beeld kan ik het nu ook wel zeggen. Als iemand een dubbelzijdige longontsteking heeft, benauwd is, en met een lage zuurstofverzadiging, wat moet het anders zijn dan?”
Onderscheid maken Huisarts Angela van Uden: “Je kan toch ook onderscheid maken, tussen de gevallen waarvan met een test bewezen is dat ze COVID-19 hadden en de gevallen waarvan huisartsen zeer sterke aanwijzingen hebben dat het hier om gaat. Dan heb ik het niet over een kuchje en een loopneus, maar mensen die in de casusdefinitie vallen. Die cijfers zouden ook geregistreerd en openbaar gemaakt moeten worden.”