‘Leren verdragen dat het leven niet altijd leuk is’
10-02-2016
•
leestijd 6 minuten
•
578 keer bekeken
•
Psychiater Bram Bakker maakt zich grote zorgen over het gigantisch aantal mensen dat antidepressiva slikt. Een gesprek over de in zijn ogen leugenachtige marketing van de farmaceutische industrie, het gemak waarmee huisartsen medicijnen uitschrijven, het ontbreken van wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van de ‘doorgeslagen slikcultuur’ en zwaar overprikkelde jongeren in de huidige prestatiemaatschappij.
Geluk uit een potje. Dat is de titel van het nieuwste boek van psychiater Bram Bakker. Zijn conclusie: geluk uit een potje bestaat niet: ,,En toch zitten er zo’n 1,15 miljoen mensen aan de antidepressiva! 0,1 procent van deze mensen gaat moorddadig gedrag vertonen. Dat staat dus voor duizend mensen. Een gigantisch aantal en ik vrees dat het slechts het topje van de ijsberg is.’’
Bakker vergelijkt producenten van psychofarmaca ( verzamelnaam voor medicijnen die worden ingezet bij psychische aandoeningen) graag met dating sites: ,,Je wordt binnengehaald met een goed verhaal, vervolgens word je in contact gebracht met een andere klant, die net niet bij jouw profiel past. Net niet. Als het namelijk wel meteen de ideale partner is, ga je weg. En dat is nu juist niet de bedoeling. Je moet natuurlijk wel zo lang mogelijk lid blijven van zo’n site, anders valt er niets meer aan je te verdienen. Zo plat is het ook met antidepressiva. Ze helpen wel een beetje maar ze genezen niet, terwijl ze wel als zodanig aan je worden verkocht. Dus blijf je slikken. ‘’In zijn boek noemt hij psychofarmaca ‘vaker lapmiddelen dan geneesmiddelen’.’’
'Psychofarmaca vaker lapmiddelen dan geneesmiddelen’
Toch schrijft u patiënten antidepressiva voor.
,,Ik ben ook niet tegen pillen. Helemaal niet. Sommigen kunnen heel goed werken. Maar het is volledig uit de hand gelopen. Toen ik twintig jaar geleden in dit vak begon hadden nieuwe patiënten meestal nog nooit medicijnen geslikt. Nu is dat een uitzondering. Bijna iedereen zit al aan de pillen voordat hij of zij bij een psychiater terecht komt. Dat is echt onvoorstelbaar. En daar zijn wij zelf als psychiaters ook debet aan.
De gevestigde orde van de psychiatrie is jarenlang niet kritisch genoeg geweest over het op grote schaal uitschrijven van pillen door huisartsen. Zo hebben we dus allemaal deelgenomen aan dit grote bedrog. Wij zijn met z’n allen in de verkooppraatjes van de farmaceutische industrie getrapt. We zijn met z’n allen verleid, doelbewust. SSRI’s (verzamelnaam voor moderne antidepressiva) zouden het nieuwe wondermiddel zijn. Veel beter dan de oude medicijnen, die alleen maar verslavend zouden werken. Depressies? Er zijn psychiaters geweest die riepen dat depressies binnen afzienbare tijd zouden verdwijnen. Door die zogenaamde gelukspillen.
Het is natuurlijk allemaal onzin. Het blijkt nu pertinent niet waar. Een broodje aap. Langzaamaan komt nu breed het besef dat een psychische aandoening daarvoor veel te gecompliceerd is. Een depressie is iets heel anders dan diabetes. Een tekort aan insuline is te meten. Een tekort aan serotonine (hormoonachtig eiwit dat ook wel gelukshormoon wordt genoemd) niet. En toch wordt dit stofje door middel van pillen massaal toegediend, zonder dat we het effect er van echt overzien.’’
Waar gaat het mis?
“Bij die huisarts. Hij is het grootste slachtoffer van de zorgvuldige geregisseerde marketing en sales van de farmaceutische industrie. Daar worden aan de lopende band medicijnen voorgeschreven, zonder dat deze huisartsen echt kennis van zaken hebben. Het is ongehoord. Oververmoeide werkende moeders. Hup, pil er in. Waarom in vredesnaam? Zo’n vrouw heeft natuurlijk gewoon rust nodig. Die hoeft helemaal niet aan de pillen. Ga eerst eens op zoek naar de oorzaak van die vermoeidheid, voordat je antidepressiva voorschrijft."
"Een jongetje dat druk is in de klas. Aan de pillen! Dat zo’n jochie zwaar onder druk staat in het huidige schoolsysteem, bedolven wordt onder Cito-toetsen, veel te veel prikkels krijgt door al die apparaten waar hij de hele dag mee in z’n handen zit, daar wordt bij de huisarts niet over gepraat. Mensen willen snel resultaat. Ook al is dat voor de korte termijn."
"De wachtlijsten voor de GGZ zijn lang. De oorzaak daarvan ligt bij de GGZ zelf. Die instellingen hebben een veel te grote overhead. Er heerst nauwelijks een ‘hands on-mentaliteit’. Vergelijk het met chirurgen. Die besteden 90% van hun tijd aan opereren. Psychiaters slechts 20%. De rest van hun tijd zitten ze te vergaderen. Maar goed. Mensen willen niet meer wachten tot ze eindelijk bij een GGZ-instelling terecht kunnen en laten zich door de huisarts medicijnen voorschrijven. Zonder zelf een kritische vraag te stellen.’’
Hoe kun je als leek weten of het wel wijs is om antidepressiva te gaan slikken?
,,Ik zou een arts altijd vragen: ‘zou u dit medicijn aan uw eigen kind voorschrijven? Of aan uzelf?’ Als zo’n arts dan ook maar even met zijn ogen knippert, zou ik al voldoende weten. Niet doen dus. Je moet ook dapper zijn, en de feiten durven te benoemen. Als patiënt, en ook als huisarts. Ook hij moet de juiste vragen durven stellen, en niet de boel toedekken met medicijnen. En hij zou veel eerlijker moeten zijn en moeten vertellen dat eigenlijk niemand precies weet wat de gevolgen van antidepressiva op de lange termijn zijn. Er is gierend behoefte naar wetenschappelijk onderzoek op dit vlak. Maar dat gebeurt niet. De drempel om aan de antidepressiva te gaan moet echt omhoog. Het moet weg bij die huisarts. Er zijn wel steeds meer huisartspraktijken die met een Praktijk Ondersteuner Huisartsen GGZ werken. Dat is tenminste iets.’’
Wat is de oplossing?
,,Dat valt niet te organiseren. Althans, niet van bovenaf. Het moet van de andere kant komen, van de mensen zelf. Het is een waan om te denken dat het leven altijd leuk is. Mensen moeten weer leren verdragen dat het leven soms zwaar is, dat er verdriet is, zorgen zijn. Verdragen in plaats van wegslikken met pillen. Maar dat is taboe. Dus kiezen mensen massaal voor verdoven met pillen, drank en drugs. Ook jongeren. Met die pillen roer je eigenlijk gewoon in iemands brein. En dat terwijl we weten dat hersenen pas een beetje gerijpt zijn na je 25e. Maar dat antidepressiva gevaarlijk is voor jongeren staat hooguit in de kleine lettertjes van de bijsluiter. Ernstig. Want we weten nu toch dat jongeren er zelfs suïcidaal van kunnen worden.’’
Waarom krijgen steeds meer jongeren een depressie, burn-out of angststoornis?
,,Dat begint bij de levensstijl, en dus bij de ouders. Die moeten grenzen stellen bijvoorbeeld aan het gebruik van al die apparaten zoals smartphones en iPads. Als mijn dochter zo uit school komt, kan ik haar achter de Playstation zetten en zelf mijn mails gaan beantwoorden, omdat ik daar vanmorgen geen tijd voor heb gehad. Hebben we aan het einde van de middag dan een goed gevoel? Nee. Want we zijn niet buiten geweest, we hebben niet echt contact gehad."
"Laatst was ik op een feestje bij mijn zus, met een dochter van zeventien. Zitten daar acht van die meiden aan tafel met een mobieltje in hun hand elkaar te vertellen wat ze op hun schermpjes zagen. Waar gaat dit over? Dat kan toch niet! We kennen allemaal de verhalen van jongeren die ’s avonds in hun bed liggen te tollen van alle prikkels. En dan krijgen ze om elf uur ‘s avonds nog appjes binnen, of gaan ze hun profiel op Facebook updaten. Iedereen weet dat goed slapen belangrijk is. Wie slecht slaapt loopt het risico op een depressie. Dat is bekend. En toch liggen die kinderen massaal met telefoons naast hun bed. Hier moeten ouders echt hun verantwoordelijkheid nemen. En niet pas als ze achttien zijn. Dan ben je veel te laat. Je moet je kinderen van jongs af aan leren te doseren.’’
'Wie slecht slaapt loopt het risico op een depressie'
Hoe leer je een kind doseren?
,,Laat je kinderen nadenken over hun eigen leefwijze: wat geeft mij energie? En wat kost mij energie? Word je gelukkig van het lezen van een boek? Lees dan een boek. Word je blij van een film? Kijk dan een film. Weet je dat sporten jouw iets oplevert, bezuinig daar dan niet op. Leer kinderen op hun gevoel te varen en niet op hun verstand. Leer kinderen dat je echt niet gelukkig wordt van de nieuwste iPhone. Dat is de grote marketingdruk van de firma Apple, de grote leugen, waar we met z’n allen intrappen. Er is geen enkel bewijs dat mensen gelukkiger worden van welk apparaat dan ook. Sterker nog. Er is alle bewijs dat mensen opknappen van intermenselijk contact. Gewoon: huid op huid, knuffelen. Dat soort heel basale dingen. We weten het, maar we gaan er niet voor staan. Leer kinderen dat je gelukkig wordt van bewegen en aanraken, en niet van eindeloos naar schermpjes staren. Maak ouders bewust van het feit dat goede nachtrust essentieel is. Er is eigenlijk geen ontsporing die niet begint met een veranderd slaappatroon. Preventie. Daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn. ’’