De Nationale Ombudsman vindt na onderzoek dat Zembla-journalist Ton van der Ham onterecht een strafblad kreeg na zijn arrestatie in het UMC Utrecht. De ombudsman vindt dat het OM in het belang van de journalistiek een nieuw besluit moet nemen en de ‘justitiële aantekening’ moet verwijderen. “In die nieuwe beslissing moet het OM rekening houden met de gevolgen voor journalisten, niet alleen voor verzoeker zelf, maar ook voor de beroepsgroep.”
Van der Ham werd in april 2018 opgepakt bij een lezing over openheid in het UMC Utrecht en zat zes uur vast in een politiecel. De inmiddels overleden Adrienne Cullen, die door een fout van het ziekenhuis niet meer genezen kon worden, gaf destijds de lezing. Zij had Van der Ham gevraagd om aanwezig te zijn. Het ziekenhuis weigerde Van der Ham de toegang tot de zaal.
De UMCU-persvoorlichter stelde voor dat de Zembla-journalist na afloop van de lezing Cullen in het ziekenhuis kon interviewen. Nadat de verslaggever en zijn cameraman zich hadden opgesteld voor het interview werd Van der Ham door de beveiliging van het ziekenhuis aangehouden op grond van ‘lokaalvredebreuk’ en overgedragen aan de politie. Uren later werd hij vrijgelaten.
Video van de arrestatie op 13 april 2018 in het UMC Utrecht:
Het ziekenhuis deed aangifte tegen Van der Ham en ontzegde hem de toegang tot het ziekenhuis gedurende een jaar. De Nederlandse Vereniging van Journalisten maakte in een brief bezwaar: “In onze optiek deed de heer Van der Ham gewoon zijn werk als journalist, hield hij zich aan de gemaakte afspraken en wordt hij nu door de door uw ziekenhuis getroffen maatregel weggezet als een crimineel.”
Het toegangsverbod werd ingetrokken, maar de aangifte doorgezet. Het OM noemde de arrestatie ongelukkig en seponeerde de zaak, maar vond Van der Ham officieel nog wel schuldig aan huisvredebreuk. Dit betekende dat Van der Ham weliswaar vrijuit ging, maar wel een strafblad kreeg. Daarop stapte BNNVARA naar de Nationale Ombudsman. In een rapport over de zaak noemt de ombudsman het besluit van het OM om de justitiële aantekening te laten staan “onbegrijpelijk”.
De ombudsman vindt dat journalisten “vanwege de belangrijke maatschappelijke rol die zij in een democratische samenleving vervullen” beschermd moeten worden tegen ongegronde beschuldigingen die hen belemmeren in hun werk. Dit houdt volgens de ombudsman ook in dat journalisten er op moeten kunnen vertrouwen “dat het OM maximaal gewicht toekent aan het belang van vrije nieuwsgaring wanneer een journalist in zijn werk wordt beschuldigd van lokaalvredebreuk”. Volgens de ombudsman is dat zeker het geval in een situatie waarin “een aanleiding is geconstrueerd om een kritische en/of onwelgevallige journalist verder werken onmogelijk te maken.”
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.