Ontbossing in Nederland kost jaarlijks 1,5 miljoen extra CO2-uitstoot
22-04-2021
•
leestijd 3 minuten
•
6076 keer bekeken
•
Ontbossing zorgt in Nederland sinds 2013 voor een jaarlijkse uitstoot van 1,5 miljoen ton CO2, vergelijkbaar met 750 duizend extra auto's op de Nederlandse wegen. "Een auto stoot gemiddeld 2 ton CO2 per jaar uit; de uitstoot door ontbossing staat dus gelijk aan 750.000 auto's per jaar," zegt Mart-Jan Schelhaas, onderzoeker bij Wageningen University & Research (WUR). Schelhaas hoort bij het onderzoeksteam dat de CO2-berekeningen maakt die Nederland jaarlijks moet rapporteren aan de VN in het kader van het Kyoto-klimaatverdrag.
De CO2-opslag die verloren gaat door deze ontbossing komt voor het klimaatverdrag gewoon op de rekening van Nederland, benadrukt WUR-onderzoeker Schelhaas. Het verlies van bos zorgt er daarom mede voor dat Nederland het klimaatdoel voor 2030 met het huidige beleid niet haalt. "Dat is niet iets wat je onder het tapijt veegt; willen we de klimaatdoelen halen, dan moet dit echt herplant gaan worden en moet bovendien de snelheid van ontbossing in ons land afnemen."
Ontbossing in Nederland
Nederland is niet alleen verantwoordelijk voor ontbossing in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië, zoals een recent rapport van het Wereld Natuur Fonds stelde, maar ook in eigen land verdwijnen er vele hectaren aan bos. Tussen 2013 en 2017 is er volgens de berekeningen van de WUR 5400 hectare aan bos verdwenen. "Dat is 54 vierkante kilometer, een bos zo groot als de stad Nijmegen”, licht Schelhaas toe. Deze ontbossing heeft hele andere redenen dan de ontbossing in bijvoorbeeld het Amazonegebied, stelt de onderzoeker. "Nederland is gewoon heel vol en we willen van alles op ons kleine stuk grond. Een woonwijk hier, een wegverbreding daar. Alles bij elkaar telt dat toch wel op."
Het meeste bos is verdwenen voor de omvorming van bos naar heide- en duinlandschap in beschermde natuurgebieden. Op Europees niveau is afgesproken dat Nederland dit doet voor het verbeteren van de biodiversiteit, bijvoorbeeld om zo het leefgebied van de zandhagedis te beschermen. “Nederland heeft een grote verantwoordelijkheid om ook die natuur en ecosystemen te beschermen”, zegt Anne Reichgelt, bosecoloog bij Probos, "maar om de koolstofopslag op peil te houden zou het bos dat daarbij verdwijnt altijd vooraf en ruimhartig gecompenseerd moeten worden.” Nu gebeurt dat niet. In totaal is het afgelopen decennium zo'n 11.000 hectare bos gekapt voor de omvorming naar andere natuur; het grootste gedeelte daarvan wordt niet gecompenseerd.
Herplantplicht
In Nederland bestaat de wettelijke verplichting om bos dat gekapt wordt voor het aanleggen van infrastructuur en bebouwing binnen drie jaar tijd te herplanten. Maar het duurt zo'n 40 jaar voordat dat zogenoemde compensatiebos net zoveel koolstof opslaat als het bos dat in eerste instantie gekapt is. Dit komt niet alleen doordat de bomen zelf koolstof opslaan, maar ook in de bosbodem zit veel CO2, dat allemaal vrijkomt zodra een bos gekapt wordt.
Bos dat verdwijnt wordt bovendien lang niet altijd goed gecompenseerd. Zo concludeerden ook onderzoekers van de nationale en regionale rekenkamers de afgelopen jaren in meerdere rapporten over de kwaliteit van natuurcompensatie in Nederland. Volgens Ralph Frins, specialist omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit, komt dat mede door gebrekkig toezicht. "Dit is al zo'n twintig jaar een bekend probleem. Onderzoeken laten keer op keer zien dat natuurcompensatie in de praktijk niet zo loopt zoals je op papier zou verwachten." Tijdens de toestemmingsverleningsfase voor projecten waarbij natuur verloren gaat, worden in de meeste gevallen wel afspraken gemaakt over compensatie op een andere locatie. "Maar vervolgens laat het bevoegd gezag het vaak uit de handen glippen en wordt er niet meer gecontroleerd of die compensatieplicht is uitgevoerd en hoe de kwaliteit is”, zegt Frins, "daardoor neemt per saldo in veel gevallen bos af.